29 november 2010
Jezus leefde celibatair en wilde daarmee zijn ongedeelde liefde tot God de Vader tot uiting brengen. De levensvorm van Jezus overnemen en ‘omwille van het hemelrijk’ (Mt. 19, 12) in ongehuwde kuisheid te leven is sinds die tijd een teken van liefde, van ongedeelde overgave aan de Heer en volledige dienstbereidheid. De Rooms-Katholieke Kerk verlangt deze levenswijze van haar bisschoppen en priesters, de oosterse katholieke Kerk alleen van haar bisschoppen. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1579-1580.1599
Celibaat, aldus Paus Benedictus XVI, kan niet betekenen ‘in de liefde leeg blijven, maar moet zich laten grijpen door de hartstocht voor God’. Een 612|priester moet als celibatair vruchtbaar leven doordat hij de vaderlijkheid van God en Jezus vertegenwoordigt. Verder zegt de Paus: ‘Christus heeft priesters nodig die rijp en mannelijk zijn, in staat om een waar geestelijk vaderschap uit te oefenen.’ Paus Benedictus XVI, Toespraak, In de Sala Clementina, Tot de Romeinse Curie bij gelegenheid van het naderende Kerstfeest 2006 (22 dec 2006), 10