29 november 2010
Bij de bisschopswijding ontvangt een priester de volheid van het Wijdingssacrament. Hij wordt gewijd tot opvolger van de apostelen en treedt toe tot het bisschoppencollege. Samen met de andere bisschoppen en de Paus is hij van nu af aan verantwoordelijk voor de hele Kerk. De Kerk belast hen speciaal met het leerambt, het heiligingsambt en het bestuursambt. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1555-1559
Het bisschopsambt is het eigenlijke herdersambt in de Kerk. Immers, het gaat terug op de oergetuigen van Jezus, de apostelen, en voert het door Christus ingestelde herdersambt van de apostelen verder. Ook de Paus is een bisschop, maar wel de eerste onder hen en het hoofd van het college.
Eigenlijk handelt in iedere Eucharistieviering Christus zelf. De bisschop of priester vertegenwoordigt Hem. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1348
De Kerk gelooft dat de celebrant in persona Christi capitis (Latijn: in der persoon van Christus, het Hoofd) bij het altaar staat. Dat betekent dat priesters niet alleen in de plaats of in opdracht van Christus handelen, maar dat het door hun wijding Christus is die als hoofd van de kerk door hen handelt.