29 november 2010
Jezus kwam om Gods liefde te tonen. Vaak deed Hij dat daar waar wij ons bijzonder kwetsbaar en bedreigd voelen: in de aantasting van ons leven door ziekte. God wil dat wij aan lichaam en ziel gezond worden, dat we bovendien gelovig worden en zijn komende Koninkrijk zien. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1503-1505
Soms moet je eerst ziek worden om te ontdekken wat wij – gezond of ziek – meer dan alles nodig hebben: God. We hebben geen leven buiten het leven in Hem. Daarom hebben zieken en zondaars een bijzonder gevoel voor het wezenlijke. Al in het Nieuwe Testament zochten vooral de zieken Jezus op; zij probeerden ‘Hem aan te raken, want er ging een kracht van Hem uit die allen genas’ (Lc. 6, 19).
Jezus leert ons: de hemel lijdt als wij lijden. God wil dat wij Hem herkennen in de ‘onaanzienlijkste’ van de broeders of zusters (Mt. 25, 40). Daarom heeft Jezus de ziekenzorg als centrale opdracht aan zijn leerlingen meegegeven. ‘Geneest de zieken!’ (Mt. 8, 17), en Hij zegt hun een goddelijk gezag toe: ‘in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen, (...) ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen’ (Mc. 16, 17-18). Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1506-1510
Het hoorde altijd al bij de belangrijke kenmerken van het Christendom dat de ouderen, zieken en behoeftigen in het middelpunt stonden. Moeder Teresa, die zich ontfermde over de stervenden in de goten van Calcutta, staat in een lange traditie van Christenen die Christus juist herkennen in mensen die uitgerangeerd zijn en door anderen gemeden worden. Als Christenen werkelijk Christen zijn, gaat er een helende werking van hen uit. Sommigen is het zelfs gegeven met de kracht van de Heilige Geest lichamelijk te genezen (charisma van de genezing charismata).