29 november 2010
Alleen God kan zonden vergeven. ‘Je zonden zijn je vergeven!’ (Mc. 2, 5) kon Jezus alleen maar zeggen omdat Hij de zoon van God is. En alleen omdat Jezus hun het gezag heeft gegeven, kunnen priesters in Jezus’ plaats zonden vergeven. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1441-1442
Sommige mensen zeggen: dat maak ik direct met God uit, daar heb ik geen priester voor nodig! Maar God wil het anders. Hij kent ons. Wij doen liever alsof er niets gebeurd is en vegen de dingen graag onder het kleed. Daarom wil God dat wij onze zonden uitspreken en ze onder vier ogen bekennen. Daarom geldt voor de priesters: ‘Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven’ (Joh. 20, 23).