29 november 2010
De Doop ontrukt ons weliswaar aan de macht van de zonde en de dood, en geeft ons een nieuw leven als kinderen van God. Maar het bevrijdt ons niet van menselijke zwakheid en de neiging tot zonde. Daarom hebben we een plaats nodig waar we steeds opnieuw met God verzoend worden. Dat is de Biecht. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1425-1426
Biechten is niet modern; het is misschien moeilijk en kost in het begin grote overwinning. Maar het is één van de grootste genaden dat wij in ons leven steeds weer opnieuw mogen beginnen – werkelijk nieuw: volledig onbelast en zonder de hypotheken van gisteren, aangenomen in liefde en voorzien van nieuwe kracht. God is barmhartig en Hij wil niets liever dan dat wij aanspraak maken op zijn barmhartigheid. Wie gebiecht heeft, slaat een nieuwe, blanco bladzijde in het boek van zijn leven op.
Zonde is: in wezen een afwijzen van God en de weigering om zijn liefde te aanvaarden. Dat komt tot uiting in het negeren van zijn geboden. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 385-390
Zonde is meer dan verkeerd handelen; het is ook geen psychische zwakheid. Ten diepste is het afwijzen of vernietigen van iets goeds het afwijzen van de Goede als zodanig, de afwijzing van God. Zonde in zijn meest verschrikkelijke dimensie betekent: gescheiden zijn van God en daardoor van de bron van het leven. Daarom is ook de dood het gevolg van de zonde. Pas door Jezus begrijpen wij hoe afgrondelijk diep de zonde is: Jezus onderging de afwijzing van God aan zijn eigen lichaam. Hij nam het dodelijke geweld van de zonde op zich, om te vermijden dat dit ons zou treffen. Daarvoor gebruiken wij het woord verlossing.
Ja. Jezus heeft niet alleen zelf zonden vergeven, maar ook de Kerk de opdracht en de macht gegeven om mensen van hun zonden te bevrijden. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 981-983.986-987
Door de dienst van de priester wordt hem de vergeving van God geschonken en de schuld zo volledig opgelost, alsof ze nooit bestaan had. Een priester kan dat alleen omdat Jezus hem deelgenoot maakt van zijn eigen goddelijke macht om de zonden te vergeven.
Fundamenteel worden de zonden vergeven in het Sacrament van de Doop. Vervolgens is voor de vergeving van zware zonden het Sacrament van Boete en Verzoening (Sacrament van Boete, Biecht) vereist. Voor lichte zonden wordt de Biecht aanbevolen. Maar ook de Heilige Schrift lezen, bidden, vasten en goede werken uitvoeren hebben een verzoenende werking. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 976-980.984-987
Iedere zonde verwoest, verduistert of loochent het goede; maar God is goedheid en de schepper van al het goede. Daarom is iedere zonde (ook) tegen God en moet in contact met Hem weer worden goedgemaakt. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1847
Een zonde is een woord, daad of verlangen waarmee een mens willens en wetens ingaat tegen de ware orde van de dingen, zoals Gods liefde die heeft voorzien. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1849-1851.1871-1872
Zondigen betekent meer dan een overtreding van door mensen ingestelde regels. De zonde keert zich vrij en bewust tegen de liefde van God en negeert die. Zonde is uiteindelijk ‘zelfzucht die leidt tot verachting van God’ (Augustinus) en in het uiterste geval zegt het zondige schepsel: ‘Ik wil zijn als God’ (Gen. 3, 5). Zoals de zonde mijzelf belast met schuld, verwondt en kapotmaakt, zo vergiftigt en beschadigt ze ook mijn omgeving. In de nabijheid van God worden zonde en de last ervan voelbaar.
Om de breuk met God te helen die door een zware zonde is ontstaan, moet een katholieke Christen zich door middel van de biecht laten verzoenen met God. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1856