29 november 2010
Iedere keer als de Kerk de Eucharistie viert, staat ze voor de bron waaruit ze zelf steeds opnieuw ontspringt: doordat de Kerk het lichaam van Christus ‘is’, wordt zij het lichaam van Christus, wat alleen een andere naam voor Kerk is. In het offer van Christus, die zich met lichaam en ziel aan ons schenkt, is plaats voor ons hele leven. Ons werk en ons lijden, onze vreugden, alles kunnen we verenigen met het offer van Christus. Als wij ons op deze manier aanbieden, worden we veranderd: God heeft welgevallen aan ons en we zijn voor onze medemensen als goed, voedzaam brood. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1368-1372.1414
Altijd weer foeteren we op de Kerk, alsof ze alleen maar een vereniging van meer of minder goede mensen was. Maar in feite is de Kerk dat wat iedere dag op mysterieuze wijze aan het altaar ontstaat. God geeft zich voor ieder van ons en Hij wil ons veranderen door de Communie met Hem. Als veranderde mensen moeten wij de wereld veranderen. Al het andere wat de Kerk verder nog is, komt op de tweede plaats.
Jezus waste op de avond voor zijn dood de voeten van de leerlingen; Hij stelde de Eucharistie in en vestigde het priesterschap van het Nieuwe Verbond. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 610-611
Jezus toonde hoe ver zijn liefde ging op drie manieren. Hij waste zijn leerlingen de voeten en liet zien dat Hij onder ons is als degene die bedient Vgl. Lc. 22, 27 . Hij stelde met een teken zijn verlossende lijden vooraf present toen Hij over de gaven van brood en wijn de woorden sprak: ‘Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt’ (Lc. 22, 19). Zo stelde Hij de heilige Eucharistie in. Door de apostelen de opdracht te geven: ‘Doe dit, telkens opnieuw, om Mij te gedenken’ (1 Kor. 11, 24), maakte Hij hen tot priesters van het Nieuwe Verbond.
Vooral door de Sacramenten van de Doop en de Eucharistie ontstaat een onlosmakelijke band tussen Jezus Christus en de Christenen. De verbinding is zo sterk dat zij Hem en ons samenvoegt als hoofd en lichaam van een menselijk lichaam en ons verbindt tot een eenheid. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 787-795
De heilige Eucharistie is het Sacrament, waarin Jezus Christus zijn lichaam en zijn bloed - Zichzelf - voor ons geeft, opdat wij ons ook in liefde geven aan Hem en ons in de heilige Communie met Hem verenigen. Zo worden we verbonden tot het ene lichaam van Christus, de Kerk. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1322.1324.1409
De Eucharistie is na de Doop en het Vormsel het derde initiatiesacrament van de katholieke Kerk. De Eucharistie is het mysterieuze middelpunt van al die Sacramenten, want het historische offer van Jezus aan het kruis word tijdens de transformatie tegenwoordig op verborgen wijze en zonder dat er bloed aan te pas komt. Zo is de eucharistieviering ‘de oorsprong en het hoogtepunt van heel het christelijke leven’ 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 11. Daar is alles op gericht; er is niets wat daarboven gaat. Als wij het gebroken brood eten, verenigen we ons met de liefde van Jezus, die zijn lichaam aan het hout van het kruis voor ons gaf; als wij drinken uit de beker, verenigen we ons met Hem die in overgave aan ons zelfs zijn bloed vergoot. Wij hebben deze ritus niet bedacht. Jezus zelf vierde met zijn leerlingen het Laatste Avondmaal en liep daarin vooruit op zijn dood; Hij gaf zich aan zijn leerlingen in de tekenen van Brood en Wijn en gaf ze opdracht vanaf nu en over zijn dood heen Eucharistie te vieren. ‘Doe dit telkens opnieuw om mij te gedenken’ (1 Kor. 11, 24).
De viering van Eucharistie is de kern van de christelijke gemeenschap. In haar wordt de Kerk tot Kerk. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1325
Niet omdat wij onze vrijwillige bijdrage aan de Kerk betalen of omdat we goed met elkaar kunnen opschieten, of omdat wij nu eenmaal toevallig bij dezelfde gemeenschap horen, zijn wij Kerk, maar omdat we in de Eucharistie het lichaam van Christus ontvangen en steeds opnieuw worden veranderd in het lichaam van Christus.