
29 november 2010
De klassieke vorm van doopbediening is de drievuldige onderdompeling van de dopeling in water. Meestal wordt het hoofd van de dopeling driemaal met water besprenkeld, waarbij de volgende woorden worden uitgesproken: ‘Ik doop u in naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.’ Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1229-1245.1278
Water symboliseert reiniging en nieuw leven, wat al tot uiting kwam in de boetedoop bij Johannes de Doper. De Doop, die in ‘naam van de Vader en de Zoon en van de Heilige Geest’ met water wordt toegediend, is meer dan een teken van omkeer en boete, het is nieuw leven in Christus. Daarom gaat de Doop gepaard met de zalving, het witte doopkleed en de doopkaars.