29 november 2010
Het vagevuur, vaak als plaats voorgesteld, is eerder een toestand. Wie in de genade van God sterft (dus in vrede met God en de mensen), maar nog loutering nodig heeft voordat hij God van aangezicht tot aangezicht kan zien - die is in het vagevuur. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1030-1031
Toen Petrus Jezus verraden had, draaide de Heer zich om en keek Petrus aan: ‘En Petrus huilde bitter’ – een gevoel als in het vagevuur. En zo een vagevuur wacht vermoedelijk de meeste mensen in het moment van onze dood: de Heer kijkt ons vol liefde aan – en wij voelen brandende schaamte en smartelijke rouw over ons kwade of ook ‘alleen maar’ liefdeloze gedrag. Pas na deze louterende pijn zullen we in staat zijn zijn liefdevolle blik in ongestoorde hemelse vreugde te beantwoorden.