29 november 2010
Het zogenaamde bijzondere of ook persoonlijke oordeel voltrekt zich in de individuele dood. Het algemene oordeel, dat ook het laatste of jongste oordeel wordt genoemd, vindt plaats op de jongste dag, dus aan het einde van de wereld, bij de wederkomst van de Heer. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1021-1022
In het sterven komt ieder mens op het punt van de waarheid. Dan kan niets meer verdrongen en verborgen, niets meer veranderd worden. God ziet ons zoals wij zijn. Wij treden voor zijn gerecht, zijn recht-maken, want in Gods heilige nabijheid kunnen wij alleen maar ‘recht’ of helemaal niet zijn – zo ‘recht’ als God ons wilde toen Hij ons schiep. Misschien moeten we nog een proces van loutering doormaken, misschien kunnen we meteen in de armen van God vallen. Maar misschien zijn we ook zo vol boosheid en haat, zo vol van ‘nee’ tot iedereen, dat we voor altijd ons gezicht afwenden van de liefde, van God. Een leven zonder liefde is echter niets anders dan de hel.
Jezus Christus is Heer van de wereld en van de geschiedenis omdat alles met het oog op Hem geschapen is. Alle mensen zijn door Hem verlost en worden door Hem geoordeeld. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 668-674.680
Hij is boven ons, als de enige voor wie wij in aanbidding de knieën buigen; Hij is bij ons als het hoofd van zijn kerk, waarin nu al het Koninkrijk van God begint; Hij is ons vooruit als de Heer van de geschiedenis, in wie de machten van de duisternis definitief overwonnen worden en de lotgevallen van de wereld naar Gods plan voltooid worden; Hij komt ons tegemoet in heerlijkheid, op een dag die wij niet kennen, om de wereld te vernieuwen en te voltooien. Zijn nabijheid kunnen wij vooral ervaren in het Woord van God, in het ontvangen van de Sacramenten, in de zorg voor de armen en ‘waar twee of drie in mijn naam samen zijn. Vgl. Mt. 18, 20
Wie niets van de liefde wil weten, kan ook Christus niet helpen; hij oordeelt zichzelf. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 678-679.681-682
Omdat Jezus Christus ‘de weg, de waarheid en het leven’ (Joh. 14, 6) is, wordt aan Hem duidelijk wat voor God stand houdt en wat niet. Aan de maatstaf van zijn leven zal de volle waarheid over alle mensen, dingen, gedachten en gebeurtenissen aan het licht komen.
Het laatste of jongste oordeel zal plaatsvinden aan het eind van de tijden, bij de wederkomst van Christus. ‘Wie het goede gedaan heeft, staat op om te leven; wie het slechte gedaan heeft, staat op om veroordeeld te worden’ (Joh. 5, 29). Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1038-1041.1058-1059
Als Christus in heerlijkheid weerkomt, zal zijn volle licht op ons schijnen. De waarheid zal aan het licht komen: onze gedachten, onze daden, onze verhouding met God en de mensen – niets zal meer verborgen zijn. Wij zullen de definitieve zin van de schepping ontdekken, de wonderbare wegen van God tot ons heil begrijpen en eindelijk ook antwoord krijgen op de vraag waarom het kwaad zo machtig mag zijn, als God toch de uiteindelijke macht heeft. Het jongste oordeel is ook het oordeel over ons. Hier wordt beslist of wij opgewekt worden tot het eeuwige leven, of voor altijd van God gescheiden worden. Aan hen die het leven gekozen hebben, zal God nog eenmaal scheppend handelen. In een ‘nieuw lichaam’ (2 Kor. 5, 1) zullen zij voor altijd leven in Gods heerlijkheid en Hem met lichaam en ziel prijzen.