29 november 2010
God is liefde. Hij verlangt ook naar onze liefde. Het is een vorm van liefhebbende overgave aan God om als Jezus te leven - namelijk arm, kuis en gehoorzaam. Wie zo leeft, heeft hoofd, hart en handen vrij voor God en voor de mensen. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 914-933.944-945
Steeds weer laten mensen zich volledig veroveren door Jezus, zodat zij ‘met het oog op het koninkrijk van de hemel’ (Mt. 19, 12) alles opgeven voor God, zelfs de goede gaven als bezit, zelfbeschikking en de echtelijke liefde. Dit leven volgens de evangelische raden in armoede, kuisheid en gehoorzaamheid toont alle christenen dat de wereld niet alles is. Pas de ontmoeting met de goddelijke bruidegom, ‘van aangezicht tot aangezicht’, zal de mens uiteindelijk gelukkig maken.
Zonder relaties kan de mens niet leven. De belangrijkste relatie van de mens is die met God. Die heeft voorrang op alle menselijke relaties, ook die binnen het gezin. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2232-2233
Kinderen behoren niet toe aan hun ouders en ouders niet aan hun kinderen. Ieder mens behoort direct toe aan God. Alleen aan God is de mens absoluut en voor altijd gebonden. Zo wordt ook het woord van Jezus aan de geroepenen begrepen: ‘Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van mij, is mij niet waard, en wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van mij, is mij niet waard’ (Mt. 10, 37). Daarom moeten ouders hun kinderen vol vertrouwen in de handen van God geven, wanneer de Heer hen roept voor een leven in een religieuze gemeenschap of als priester.