29 november 2010
Vooral door de Sacramenten van de Doop en de Eucharistie ontstaat een onlosmakelijke band tussen Jezus Christus en de Christenen. De verbinding is zo sterk dat zij Hem en ons samenvoegt als hoofd en lichaam van een menselijk lichaam en ons verbindt tot een eenheid. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 787-795
Alle Sacramenten zijn een ontmoeting met Christus, die zelf het oersacrament is.
De Doop verbindt met Christus. Het Vormsel schenkt ons zijn geest. De Eucharistie verenigt ons met Hem. De Biecht verzoent ons met Christus. Door de Ziekenzalving geneest, sterkt en troost Christus. In het Huwelijkssacrament belooft Christus zijn liefde in onze liefde en zijn trouw in onze trouw. Door het Sacrament van Wijding mogen de priesters zonden vergeven en de heilige Mis vieren.
Iedere keer als de Kerk de Eucharistie viert, staat ze voor de bron waaruit ze zelf steeds opnieuw ontspringt: doordat de Kerk het lichaam van Christus ‘is’, wordt zij het lichaam van Christus, wat alleen een andere naam voor Kerk is. In het offer van Christus, die zich met lichaam en ziel aan ons schenkt, is plaats voor ons hele leven. Ons werk en ons lijden, onze vreugden, alles kunnen we verenigen met het offer van Christus. Als wij ons op deze manier aanbieden, worden we veranderd: God heeft welgevallen aan ons en we zijn voor onze medemensen als goed, voedzaam brood. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1368-1372.1414
Altijd weer foeteren we op de Kerk, alsof ze alleen maar een vereniging van meer of minder goede mensen was. Maar in feite is de Kerk dat wat iedere dag op mysterieuze wijze aan het altaar ontstaat. God geeft zich voor ieder van ons en Hij wil ons veranderen door de Communie met Hem. Als veranderde mensen moeten wij de wereld veranderen. Al het andere wat de Kerk verder nog is, komt op de tweede plaats.