H. Paus Johannes Paulus II - 7 december 1990
Ook bij de toename van de diensten in en buiten de Kerk blijft de taak van de catechisten steeds noodzakelijk en heeft zij eigen kenmerken; de catechisten zijn gespecialiseerde werkers, directe getuigen, onvervangbare verkondigers van het evangelie, die de basiskracht vormen van de christelijke gemeenschappen, vooral in de jonge kerken, zoals ik meermalen heb verklaard en geconstateerd op mijn missiereizen.
Het nieuwe Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) erkent hun taken, kwaliteiten en vereisten Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 785. 1.
Maar men mag niet vergeten dat het werk van de catechisten steeds moeilijker en veeleisender wordt vanwege de kerkelijke en culturele veranderingen die plaatsvinden. Ook nu nog geldt wat het [d:4~Concilie] al gesuggereerd heeft: een meer zorgvuldige dogmatische en pedagogische voorbereiding, voortdurende geestelijke en apostolische vernieuwing, het verschaffen van “een passende levensstandaard en sociale zekerheid” aan de catechisten 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 17. Het is eveneens belangrijk de oprichting en de uitbreiding te bevorderen van scholen voor catechisten, die goedgekeurd zijn door de bisschoppenconferenties en titels verlenen, welke officieel erkend zijn door de conferenties Vgl. de plenaire vergadering van de H. Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren van 1969 over de catechisten en de betreffende “instructie” van april 1970: Bibliografia missionaria 34 (1970), 197-212, en: S. Congregationis de Propaganda Fide Memoria Rerum, III/ 2 (1976),821-831..