H. Paus Johannes Paulus II - 7 december 1990
Eén van de centrale doeleinden van de missie is inderdaad het volk bijeen te brengen voor het aanhoren van het evangelie, voor de broederlijke gemeenschap, voor het gebed en voor de Eucharistie. In “broederlijke gemeenschap” (koinonia) leven betekent “één van hart en één van ziel” zijn (Hand. 4, 32) en in alle opzichten een gemeenschap vormen: menselijk, geestelijk en materieel. De echte christelijke gemeenschap spant zich inderdaad ook in voor de verdeling van de aardse goederen, opdat er geen behoeftigen zijn en allen toegang kunnen hebben tot die goederen “naar ieders behoefte” (Hand. 2, 45) Vgl. Hand. 4, 35 . De eerste christelijke gemeenten, waarin “blijdschap en eenvoud van hart” heersten (Hand. 2, 46), waren op dynamische wijze open en missionerend; zij “stonden bij het hele volk in de gunst” (Hand. 2, 47). Nog voordat de missie actie is, is zij getuigenis en uitstraling H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 41-42.