H. Paus Johannes Paulus II - 25 maart 1984
En daarom wil ik, nu dit heilig jaar zijn einde nadert, mij tot u allen richten, religieuzen, die zich geheel aan de beschouwing wijden of zich voor verschillende werken van apostolaat inzetten. Dit heb ik al op vele plaatsen en bij verschillende gelegenheden gedaan, door de evangelische leer te bevestigen en door te trekken, zoals die vervat ligt in heel de traditie van de Kerk, vooral in het leergezag van het laatste oecumenische concilie, zowel in de dogmatische constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964), als het decreet 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Perfectae Caritatis
Over de vernieuwing en aanpassing van het religieuze leven
(28 oktober 1965), en in de geest ervan, welke mijn voorganger Paulus VI voorhield in de apostolische exhortatie H. Paus Paulus VI - Apostolische Exhortatie
Evangelica Testificatio
Over de vernieuwing van het religieuze leven volgens de richtlijnen van het Tweede Vaticaans Concilie
(29 juni 1971). De Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983), die onlangs van kracht is geworden en in zekere zin beschouwd worden als het laatste document van het Concilie, zal voor u allen een kostbare hulp en een veilige gids zijn om meer concreet nauwkeurig de wegen te bepalen waarlangs u uw schitterende Kerkelijke roeping getrouwen edelmoedig zult kunnen beleven.
Van harte groeten wij u, als bisschop van Rome en opvolger van de heilige Petrus, met. wie uw gemeenschappen op een speciale manier verbonden zijn. Van deze zetel van Rome bereiken u, als een onophoudelijke echo, ook deze woorden van de heilige Paulus: 'Met uw enige bruidegom Christus heb ik u verloofd om u als een ongerepte maagd tot Hem te voeren'. Vgl. 2 Kor. 11, 2 De Kerk, die na de apostelen de schat van het huwelijk met de goddelijke bruidegom ontvangt, ziet met grote liefde neer op al haar zonen en dochters, die door de professie van de evangelische raden en door haar bemiddeling een buitengewoon verbond met de Verlosser hebben gesloten.
Aanvaardt dus deze woorden van het jubileumjaar van de Verlossing als echte woorden van liefde, die de Kerk tot u richt. Aanvaardt ze, waar u zich ook bevindt: in het slot van gemeenschappen die zich aan de contemplatie wijden of zich toeleggen op de werken van velerlei apostolische diensten: in de missies, in de pastoraal, in ziekenhuizen of op andere plaatsen waar diensten worden verricht aan de lijdende mens, in onderwijsinstellingen, op scholen of aan universiteiten, en tenslotte in al uw huizen, waar u 'in de naam van Christus vergaderd' bent, in het bewustzijn dat de Heer 'in u midden' is. Vgl. Mt. 18, 20
Moge de liefdevolle woorden van de Kerk die in het jubileumjaar van de Verlossing tot u worden gericht, een weerspiegeling zijn van het liefdevolle woord dat Christus zelf tot ieder van u heeft gesproken, toen Hij eens dat geheimvolle 'Volg Mij' (Mt. 19, 21)(Mc. 10, 21)(Lc. 18, 22) sprak, waarmee uw roeping in de Kerk een aanvang nam.