
H. Paus Paulus VI - 3 september 1965
Het Concilie van Trente, steunend op dit geloof van de Kerk, belijdt openlijk en onomwonden,
"dat in het verheven Sacrament van de heilige Eucharistie, na de consecratie van het brood en de wijn, onze Heer Jezus Christus, waarlijk God en waarlijk mens, waarachtig, werkelijk en substantieel tegenwoordig is onder de gedaanten van die zichtbare dingen." Daarom is onze Verlosser in zijn mensheid tegenwoordig niet alleen aan de rechterhand van de Vader volgens de natuurlijke bestaanswijze, maar tegelijk ook in het sacrament van de Eucharistie "volgens een bestaanswijze, die wij weliswaar nauwelijks in woorden kunnen uitdrukken, maar waarvan wij met ons door het geloof verlicht verstand kunnen weten en standvastig moeten geloven, dat ze bij God mogelijk is". Concilie van Trente, 13e Zitting - Decreet over het Sacrament van de Eucharistie, Sessio XIII - Decretum de SS. Eucharistia (11 okt 1551), 2