Paus Benedictus XVI - 21 november 2010
Dierbare zieken en lijdenden, juist door de wonden van Christus kunnen wij al het kwaad dat de mensheid kwelt door de ogen van de hoop zien. Door weer op te staan nam de Heer niet het lijden en kwaad weg van de wereld, maar overwon het in de wortel. Hij stelde tegenover de hovaardigheid van het kwaad de almacht van zijn liefde. Hij heeft ons daarmee laten zien dat de weg van vrede en vreugde die van de liefde is: "Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben (Joh. 13, 34). Christus, de overwinnaar van de dood, leeft in ons midden. En laten wij met Thomas zeggen “Mijn Heer en mijn God!” en onze Meester volgen, bereid ons leven aan onze broeders en zusters te wijden Vgl. 1 Joh. 3, 16 , en zo boodschappers worden van een vreugde die geen pijn vreest, de vreugde van de Verrijzenis.
De heilige Bernardus heeft gezegd: ‘God kan niet lijden, Hij kan medelijden’. God, de waarheid en de liefde in eigen persoon, wilde voor en met ons lijden. Hij werd mens zodat Hij met de mens kon medelijden, werkelijk, in vlees en bloed. Binnen elk menselijk lijden is daarom Degene gekomen die het lijden en uithouden deelt. Elk lijden is vervuld van con-solatio, de troost van Gods deelnemende liefde en daarmee de opgaande ster van de hoop Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de Christelijke hoop, Spe Salvi (30 nov 2007), 39.
Ik herhaal deze boodschap voor u, dierbare broeders en zusters, opdat u er getuigen van moogt zijn door uw lijden, uw leven en uw geloof.