H. Paus Johannes XXIII - 29 september 1961
Wij herinneren Ons nog heel goed hoe deze grote Paus, die Ons reeds in Onze prille jeugd, toen in Ons de roeping tot het priesterschap begon te ontluiken als een lichtend voorbeeld voor de geest stond, bij het aanbreken van de oktobermaand altijd de christenwereld opwekte tot het bidden van de rozenkrans, dat de kinderen van de Kerk werd aanbevolen als een heilige en vruchtbare wijze van meditatie, een geestelijk voedsel voor de ziel en een middel om hemelse genaden af te smeken.
Zijn opvolgers hielden deze vrome en ontroerende gewoonte in ere en ook Wij volgen nederig het voorbeeld van deze grote eerbiedwaardige Herders van de kudde van Christus, niet alleen vanwege de steeds toenemende bezorgdheid omtrent de rechtvaardigheld en de broederlijke liefde in het leven hier op aarde, maar ook uit hoofde van Onze nooit aflatende zorg voor de heiliging der zielen. Hier ligt immers Onze ware taak die ook de zekerheid van het succes in zich draagt, als een antwoord uit de hemel op de roepstem van hier beneden, opstijgend uit het hart van de sterveling die dorst naar waarheid en liefde.
Reeds in het begin van oktober 1959 richtten Wij Ons tot de katholieke wereld met de encycliek H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Grata Recordatio
Over de Rozenkrans: het gebed voor de Kerk, de missies, internationale en sociale problemen
(26 september 1959), en het jaar daarop zonden Wij met hetzelfde doel een brief naar de Kardinaal-Vicaris van Ons Romeins Diocees. H. Paus Johannes XXIII, Brief, Over het bidden van de Rozenkrans in de maand oktober, L'ottobre che ci sta innanzi (28 sept 1960)