• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

TOON BETROKKENHEID MET HET LOT VAN MIGRANTEN - GELOOF WERKT DOOR BARMHARTIGHEID
Werelddag voor migranten en vluchtelingen 1997

Geliefde broeders en zusters

De omstandigheden van migranten en de rampspoed van vluchtelingen, waarmee soms onvoldoende rekening wordt gehouden door de publieke opinie, moeten wel diep meeleven en belangstelling bij gelovigen opwekken. Met deze boodschap voor de Werelddag voor migranten en vluchtelingen, wil ik niet alleen mijn voortdurende zorg benadrukken over de vaak dramatische toestand van degenen die hun eigen thuisland verlaten, maar ook wil ik bisschoppen, priesters, gewijde personen, parochiële groepen, kerkelijke bewegingen en groepen vrijwilligers vragen in toenemende mate aandacht te hebben voor dit verschijnsel.

De komende Werelddag zal gelegenheid geven om na te denken over de situatie van migranten en vluchtelingen en zal een stimulans zijn om zich met hun eerste behoeften te vereenzelvigen en antwoorden te geven, die meer in overeenstemming zijn met het respect voor hun waardigheid als persoon en de plicht hen te accepteren.

Het verschijnsel van de migratie is heden ten dage een massabeweging, die grote invloed heeft op de armen en behoeftigen, uit hun eigen land verdreven door gewapende conflicten, slechte economische omstandigheden, politieke, etnische en sociale conflicten en natuurrampen. Maar ook talrijken hebben om andere redenen hun land verlaten. De ontwikkeling van transportmiddelen, de snelheid waarmee informatie verspreid wordt, de toename van sociale betrekkingen, de steeds verder verspreide welvaart, meer vrije tijd en de groei van culturele belangstelling hebben mensendromen veroorzaakt van enorme en dikwijls oncontroleerbare omvang. Op deze manier is in bijna alle wereldsteden een multiculturele situatie ontstaan, die weer aanleiding geeft tot nieuwe sociale en economische omstandigheden.

Vermenging van volken van diverse religies in de smeltkroes van de hedendaagse samenleving, heeft migratie tot één van de elementen van sociale diversiteit gemaakt.

De landen, die de meest tastbare veranderingen hebben ondergaan, zijn zeker die in het Westen met een christelijke meerderheid. In sommige van deze landen zijn de vele godsdiensten niet alleen wijdverbreid, maar hebben deze ook wortel geschoten omdat de migratievloed al lang bestond. Sommige regeringen hebben meerdere religieuze groeperingen de status van erkende religie verleend, met de daarbij behorende voordelen, inzake bescherming, vrijheid en financiële ondersteuning voor culturele en sociale initiatieven.

De kerk, die vrijheid van godsdienst erkent voor ieder menselijk wezen, bevordert zo’n wetgeving. Door de leden van de diverse godsdiensten te waarderen en te respecteren, wenst ze een effectieve samenwerking met hen op te bouwen. In een klimaat van vertrouwen en dialoog is ze van plan samen te werken om de problemen van de huidige maatschappij op te lossen.

De taak om het woord Gods te verkondigen, door Christus aan de kerk vertrouwd, is vanaf het allereerste begin doordrenkt met de geschiedenis van christelijke migratie. In de encycliek over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptoris Missio
Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht
(7 december 1990)
, memoreerde ik dat “in de eerste eeuwen het christendom zich vooral heeft verspreid doordat de christenen die in streken waar Christus niet gepredikt was reisden of zich er vestigden, moedig getuigenis van hun geloof aflegden en er de eerste geloofsgemeenschappen stichtten.” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 82

Dit is ook in recente tijden gebeurd. Ik schreef in 1989: “Dikwijls begonnen bloeiende christelijke gemeentes als kleine kolonies van migranten, die onder leiding van een priester elkaar ontmoetten in bescheiden gebouwen om het woord van God te horen en Hem om moed te smeken om beproevingen en offers van hun moeilijke leven het hoofd te bieden.” H. Paus Johannes Paulus II, Boodschap, Voor de Wereldmigratiedag 1989 (10 sept 1989), 2 Vele volkeren leerden Christus kennen door migranten, vanuit landen die al in vroegere tijden geëvangeliseerd waren.

Heden ten dage is in de migratiebeweging het omgekeerde geval. Het zijn in toenemende mate niet-christenen, die naar landen met een christelijke traditie vertrekken op zoek naar werk en betere levensomstandigheden en dikwijls doen zij dat als illegale emigranten en vluchtelingen. Dit veroorzaakt aanzienlijke problemen, die niet gemakkelijk op te lossen zijn. De kerk van haar kant, als de barmhartige Samaritaan, voelt het als haar plicht dicht bij de illegale immigrant en vluchteling te zijn, de hedendaagse afbeelding van de beroofde reiziger, geslagen en achtergelaten op de weg naar Jericho. Vgl. Lc. 10, 30 Ze gaat naar hem toe en “giet op zijn wonden olie van troost en wijn van hoop”, Italiaans Missaal, Prefatie 8 zich daarbij geroepen voelend een levend teken van Christus te zijn, die kwam opdat allen in overvloed zouden mogen leven. Vgl. Joh. 10, 10

Op deze wijze handelt zij in de geest van Christus en volgt zij Hem in Zijn voetstappen, terwijl er tegelijkertijd voor zorgt, dat de boodschap van het Goede Nieuws en solidariteit ten opzichte van anderen wordt uitgedragen, elementen die innig verankerd zijn in werken van de kerk.

Echter, de dringende behoefte om migranten te gaan helpen in de precaire situaties, waarin zij dikwijls leven, mag de verkondiging van de uiteindelijke realiteit waarop christelijke hoop is gefundeerd niet belemmeren. Evangeliseren is aan iedereen de hoop te brengen, die er in ons is. Vgl. 1 Pt. 3, 15

De huidige wereld, getekend door onrechtvaardigheid en egoïsme, toont niettemin een verrassende betrokkenheid ter verdediging van zwakken en armen. In de voorbije jaren is er onder christenen een verlangen naar solidariteit ontstaan, een verlangen dat spoort met een effectiever getuigenis van het evangelie van barmhartigheid. Liefde en dienstverlening aan de armen mogen echter niet leiden tot onderwaardering van de behoefte aan geloof, waardoor een kunstmatige scheiding ontstaat in het enige gebod, dat ons uitnodigt om tegelijkertijd God èn onze naaste lief te hebben. Vgl. Mt. 22, 36-40

De verplichting van de kerk ten opzichte van migranten en vluchtelingen kan niet louter en alleen beperkt blijven tot het organiseren van structuren van gastvrijheid en solidariteit. Deze houding zou de rijken uitsluiten van de kerkelijke roeping, in de eerste plaats afgekondigd om het geloof over te brengen, dat “krachtiger wordt, als het aan anderen gegeven wordt”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 2

Aan het einde van ons leven zullen we beoordeeld worden op liefde, op de daden van barmhartigheid, die we aan de “geringsten” van onze broeders en zusters hebben verricht, Vgl. Mt. 25, 31-45 maar ook op de moed en getrouwheid, waarmee we van Christus getuigd hebben. In het evangelie staat: “Ieder die Mij bij de mensen belijdt, hem zal Ik ook als de mijne erkennen bij Mijn Vader die in de hemel is” (Mt. 10, 32).

Voor christenen vindt alle handelen zijn oorsprong en vervulling in Christus: de gedoopte wordt gedreven door de liefde voor Hem en is zich er van bewust dat het welslagen van zijn daden afhangt van het feit dat hij Hem toebehoort: ”…want los van mij kunt gij niets” (Joh. 15, 5). In navolging van Jezus en de apostelen, die de prediking van het Rijk Gods laten volgen door concrete tekenen van de verwezenlijking ervan, Vgl. Hand. 1, 1 Vgl. Mc. 6, 30 evangeliseert de christen door woord en daad, beide vruchten van het geloof in Christus. Door middel van daden drukt de christen zijn ‘werkende geloof’ uit, door middel van woorden zijn ‘sprekende geloof’. Zoals er geen evangelisatie kan zijn zonder daarbij behorende werken van barmhartigheid, zo is er geen authentieke barmhartigheid zonder de geest van het evangelie: deze twee aspecten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

“Niet van brood alleen leeft de mens maar van alles wat uit de mond van God voortkomt“ (Mt. 4, 4). De ware pastor, zelfs al wordt hij geteisterd door enorme praktische problemen, zal nooit vergeten dat migranten behoefte hebben aan God, en dat velen hem met een zuiver hart zoeken. Net zoals bij de discipelen van Emmaüs, zijn hun ogen echter dikwijls niet in staat hem te herkennen. Vgl. Lc. 24, 16 Er moet hen daarom een tegenwoordigheid aangeboden worden die - hen leidend en luisterend naar hen - het woord van God laat weerklinken, hun harten weer vol hoop laten kloppen en die hen begeleidt naar de ontmoeting met de verrezen Christus. Dit is de missionaire weg van de kerk: het tegemoet treden van vrouwen en mannen van elk ras, elke taal en nationaliteit met vriendschap en liefde, hun omstandigheden in de evangelische geest met hen delend, het brood van waarheid en barmhartigheid voor hen brekend.

Het is de apostolische stijl, die schijnt door de missionaire ervaring van de eerste Christengemeentes, in de verklaring van Philippus’ preek tot de dienaar van Kándake, koningin van Ethiopië, Vgl. Hand. 8, 27-40 en in de episode van de droom van de apostel Paulus. Vgl. Hand. 18, 9-11 Deze laatste, werkzaam in de stad Korinte, waarvan de bevolking grotendeels was samengesteld uit immigranten, die in de haven werkten, wordt door de Heer aangemaand niet bang te zijn, om verder te gaan met ‘spreken en niet stil te zijn’ en te vertrouwen in de reddende kracht van de wijsheid van het kruis. Vgl. 1 Kor. 1, 26-27

De lotgevallen van de apostel Paulus beschreven in de Handelingen getuigen van het feit dat hij geleid door de stellige overtuiging dat er alleen in Christus redding is, elke omstandigheid aangreep om de Messias te verkondigen. Dat zag hij als zijn plicht. “Dat ik het evangelie predik, is voor mij geen reden om te roemen: ik kan niet anders. Wee mij, als ik het evangelie niet verkondig!” (1 Kor. 9, 16). Hij was zich bewust van het recht van zijn toehoorders om de verkondiging van het heil te ontvangen. In dit verband zei mijn eerbiedwaardige voorganger, de dienaar Gods Paulus VI in zijn apostolische Exhortatie H. Paus Paulus VI - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Evangelii Nuntiandi
Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld
(8 december 1975)
: “Noch de eerbied en het respect voor die godsdiensten noch de ingewikkeldheid van de problemen kunnen de kerk er echter toe brengen de boodschap van Jezus Christus voor de niet-christenen te verzwijgen. Integendeel, zij meent, dat deze mensenmenigten het recht hebben de rijkdommen van het mysterie van Christus te kennen; waarin, zoals wij menen, heel de mensenfamilie op de meest volledige en onverwachte wijze alles kan vinden wat zijzelf al tastend vraagt over God, over de mens en zijn toekomstig lot, over het leven en de dood, over de waarheid.” H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 53

Het Johannes-evangelie beklemtoont dat de dood van Christus bedoeld is “om de verstrooide kinderen van God samen te brengen” (Joh. 11, 52). Hetzelfde evangelie verhaalt dat tijdens het joodse Paasfeest, enkele Grieken Philippus benaderden en hem vroegen of zij Jezus konden zien. Vgl. Joh. 12, 21 Philippus, na overleg met Andreas, sprak tot de Heer die antwoordde: “Het uur is gekomen dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen: maar als hij sterft, brengt hij veel vrucht voort. Wie zijn leven bemint, verliest het; maar wie zijn leven in de wereld haat, zal het ten eeuwigen leven bewaren. Wil iemand Mij dienen dan moet hij Mij volgen…” (Joh. 12, 23-26).

Het zijn de Grieken, dat wil zeggen de heidenen, die de Verlosser willen ontmoeten. Eerst schijnt het antwoord geen verband te houden met de vraag. Maar in het licht van wat er op Calvarie zal geschieden, begrijpen we dat de kruisiging de voorwaarde is voor de verheerlijking van Christus met de Vader en met de mensheid en dat alleen de dynamiek van het mysterie van Pasen ’s mensen wens om Hem te zien en met Hem te communiceren helemaal vervult. De kerk is geroepen om een intensieve dialoog te creëren met de mensheid, niet alleen om authentieke waarden over te brengen, maar boven alles om Christus’ mysterie te openbaren, want alleen in hem bereikt de mens zijn ware grootheid.

“En wanneer Ik van de aarde zal zijn omhoog geheven zal Ik allen tot Mij trekken“ (Joh. 12, 32). Dit ‘trekken’ neemt ons op in de gemeenschap van barmhartigheid en, omdat het ons in staat stelt te vergeven en lief te hebben, maakt het ware menselijke vooruitgang mogelijk.
Bewust van het feit dat zij de plaats is waar de mensen in staat moeten zijn “om Jezus te zien” en Zijn liefde te ervaren, vervult de kerk haar missie door te streven naar het offer, in de logica van het kruis, een steeds overtuigender getuigenis van de onbaatzuchtige, oneindige liefde van de Verlosser, “totdat wij allen tezamen komen tot de eenheid in het geloof en de kennis van Gods Zoon, tot de volmaakte Man, tot de gehele omvang van de volheid van de Christus” (Ef. 4, 13).

1997 zal het eerste jaar zijn van het drietal ter voorbereiding op het grote Jubileumjaar 2000. Tijdens dit eerste jaar zullen de christenen worden opgeroepen om hun blik speciaal te richten op de figuur van Christus. Aan elk van hen hernieuw ik mijn uitnodiging om de gemeenschap met Jezus te intensiveren en door barmhartigheid Vgl. Gal. 5, 6 het vertrouwen in Hem weer actief te maken met een bijzondere openheid van geest ten opzichte van degenen die in moeilijke omstandigheden en nood verkeren. Op die wijze zal de verkondiging van het evangelie sprekender worden en altijd een levende boodschap van hoop en liefde zijn voor mannen en vrouwen van elke leeftijd.

Met deze wensen geef ik graag mijn speciale apostolische zegen aan migranten en vluchtelingen en aan al degenen die in liefde de last van hun moeilijke lot op zich nemen.

Vanuit Castel Gandolfo, 21 augustus 1996

Johannes Paulus II

Document

Naam: TOON BETROKKENHEID MET HET LOT VAN MIGRANTEN - GELOOF WERKT DOOR BARMHARTIGHEID
Werelddag voor migranten en vluchtelingen 1997
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Boodschap
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 21 augustus 1996
Copyrights: © 1997, 1-2-1 Kerkelijke Documentatie jrg 25, nr. 1
Vert.: C.L.D.M. Meijs-Coesmans
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test