Mgr. André-Joseph Léonard - 27 september 2010
Wat de communie van de gelovigen betreft, zijn het de gewijde bedienaren - bisschoppen, priesters en diakens - die er de gewone bedienaar van zijn Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie, Redemptionis Sacramentum (25 mrt 2004), 88. Men dient enkel een beroep te doen op buitengewone bedienaren (godgewijden of leken) als daar werkelijk nood toe is wegens het grote aantal gelovigen en het kleine aantal gewijde bedienaren. De buitengewone bedienaren zijn dat niet zomaar; ze moeten daartoe opgeleid en aangesteld zijn. Op sommige plaatsen blijven de gewijde bedienaren tijdens de communie op hun stoel zitten, terwijl leken de heilige communie uitreiken. Het is van belang om deze totaal misplaatste manier van doen, daar waar ze in zwang is, recht te zetten Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie, Redemptionis Sacramentum (25 mrt 2004), 157-158.
Een nog ernstigere mistoestand bestaat erin de heilige communie helemaal niet uit te reiken, maar onder de gelovigen een pateen of mandje te laten rondgaan waaruit iedereen zichzelf bedient Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie, Redemptionis Sacramentum (25 mrt 2004), 94. Hiermee doet men grote afbreuk aan de betekenis van het gewijde ambt, waardoor Jezus het brood van leven geeft aan de apostelen opdat zij het zouden verdelen onder de menigte (zie het relaas van de broodvermenigvuldiging in de evangeliën).
Er dient nog veel vooruitgang geboekt te worden om de communie van de gelovigen in waardigheid en schoonheid te laten verlopen. Nochtans merk ik doorheen de jaren enige verbetering. Men moet er in de eerste plaats over waken dat de rechtmatige vrijheid van de gelovigen wordt gerespecteerd. Men dient te aanvaarden dat zij staande of geknield communiceren, volgens hun keuze in de hand of op de tong Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie, Redemptionis Sacramentum (25 mrt 2004), 90-92. Als de gelovigen de communie ontvangen in de hand, zal men af en toe de juiste manier van doen in herinnering brengen. De handen worden waardig op elkaar gelegd. Men zal er sterk maar tegelijk vriendelijk op aandringen dat de communie ter plaatse wordt genuttigd, waarbij men even halt houdt, en dus niet terwijl men zich omdraait of zelfs al onderweg is naar zijn plaats Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie, Redemptionis Sacramentum (25 mrt 2004), 92. Men dient er nog scherper op toe te zien dat de communieganger de hostie niet meeneemt naar zijn plaats, wat soms leidt tot ernstig misbruik Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie, Redemptionis Sacramentum (25 mrt 2004), 105.
Indien iemand een hostie vraagt om mee te nemen, moet men ervoor zorgen dat, zo die persoon onbekend is of niet aangesteld is voor deze bediening, het wel degelijk diens bedoeling is de communie dadelijk na de mis naar een zieke te brengen en de hostie niet bij zich te bewaren. We kunnen niet aanvaarden dat men de communie in een stukje papier of een zakdoek wikkelt. Er moet gebruik gemaakt worden van een pyxis of een gelijkaardige recipient die enige waardigheid uitstraalt. Voor wat meer uitleg kan men op de betrokkene toestappen bij het buitengaan na de viering.
In dit verband zou ik heel graag hebben dat men, zoals ik dat heb gezien in bepaalde landen, voor het hele bisdom een soort van kleine ‘badge' zou invoeren die het mogelijk maakt de personen die gelast zijn met het aan huis brengen van de communie, te herkennen. Dit zou de celebranten die deze personen niet kennen (een gelegenheidsvoorganger of de pastoor van een parochie waar men zich toevallig bevindt), toelaten te zien dat het werkelijk gaat om een bedienaar van de ziekencommunie en niet om iemand die voor andere doeleinden op zoek gaat naar hosties.
De communie onder twee gedaanten wordt, ondanks haar grote waarde, zelden aanbevolen voor grotere gemeenschappen Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie, Redemptionis Sacramentum (25 mrt 2004), 100-102. Het is beter dit voor te behouden voor relatief kleine groepen. De beste manier van handelen bestaat erin dat ieder drinkt van de beker of bekers die daartoe zijn voorzien. Hierbij dient men te vermijden dat men het Heilig Bloed van de ene beker in de andere overgiet Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie, Redemptionis Sacramentum (25 mrt 2004), 105. De communie door indoping - waarbij de gelovigen zelf de hostie in het Heilig Bloed drenken - zou, indien men dit werkelijk aangewezen vindt, eveneens moeten voorbehouden worden aan kleinere, goedgevormde groepen. In grotere gemeenschappen stel ik met pijn in het hart vast dat dit vaak aanleiding geeft tot ernstig gebrek aan eerbied. Men stelt het gebaar veelal zo snel en zo onzorgvuldig dat er druppels Heilig Bloed op de vloer worden gemorst en vervolgens - letterlijk! - met voeten worden getreden. Het is beter dat de priester zelf de beker vasthoudt, een hostie neemt uit de pateen die gedragen wordt door een gewone of buitengewone bedienaar, en, na de hostie respectvol in het Heilig Bloed te hebben gedrenkt, deze op de tong legt van de communicant Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie, Redemptionis Sacramentum (25 mrt 2004), 103-104. Wanneer dit met de nodige zorg gebeurt, is dit een zeer mooi gebaar. Sommigen zien hier met een zekere angst een terugkeer naar de oude manier van communiceren in. In feite is dit vooral een handelswijze in volle eerbied voor de Heer. Bovendien kan dit gebaar beleefd worden in solidariteit met onze broeders, katholieken of orthodoxen, uit het Oosten, die altijd op deze manier communiceren, en met allen die, ook in het Westen, in meerderheid op die wijze het Lichaam van Christus ontvangen. Een mooi oecumenisch en intercultureel gebaar...
Bij sommige gelegenheidsvieringen (uitvaarten, huwelijken en andere) is het soms raadzaam met de nodige fijngevoeligheid aan te stippen dat nooit iemand zich hoeft gedwongen te voelen om te communiceren, en dat de communie geen fatsoensritus is waaraan iedereen uit wellevendheid moet deelnemen, zoals men mee inschuift tijdens de offergang bij begrafenissen.
In enkele zeldzame parochies was ik getuige van een bizar ritueel. In plaats van de kleine kinderen, die de communieleeftijd nog niet hebben bereikt, zegenend een kruisje te geven, bood een acoliet hen, een beetje evenwaardig als het Lichaam van Christus, een koekje of een snoepje aan. Dit leidt uiteraard tot een zeer betreurenswaardige verwarring in de hoofdjes van de allerkleinsten Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie, Redemptionis Sacramentum (25 mrt 2004), 9. G.
Tot slot, men moet ervoor zorgen dat de gelovige gemeenschap na de communie voldoende stiltetijd krijgt om zich te bezinnen over de ontvangen gave. Het is dus niet aangewezen om dadelijk over te gaan tot de mededelingen, die beter gebeuren tussen her slotgebed en de zegen.
In een volgende bijdrage zal ik deze reflecties over ‘de kunst van her vieren' afronden met enkele eerder algemene overwegingen die er op gericht zijn de eucharistie op een meer hartelijke en feestelijke manier te vieren.