GEBEDSWAKE OP DE VOORAVOND VAN DE ZALIGVERKLARING VAN JOHN HENRY KARDINAAL NEWMANHyde Park, Londen
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Toespraak)
Paus Benedictus XVI -
18 september 2010
GEBEDSWAKE OP DE VOORAVOND VAN DE ZALIGVERKLARING VAN JOHN HENRY KARDINAAL NEWMAN
Hyde Park, Londen
Mijn broeders en zusters in Christus,
Dit is een avond vol vreugde, een immense geestelijke vreugde, voor ons allemaal. Wij zijn hier samengekomen in een gebedswake om ons voor te bereiden op de Paus Benedictus XVI - Homilie
Tijdens de H. Mis waaronder de Zaligverklaring van Kardinaal John Henry Newman in Cofton Park of Rednal, Birmingham
(19 september 2010). Hoeveel mensen in Engeland en in de hele wereld hebben naar dit moment verlangd! Het is voor mij persoonlijk ook een grote vreugde deze ervaring met u te delen. Zoals u weet heeft Newman al lange tijd een belangrijke invloed op mijn eigen leven en denken, zoals bij zoveel mensen buiten deze eilanden. Het drama van Newman’s leven nodigt ons uit om ons leven te onderzoeken, het te bezien tegen de wijde horizon van Gods plan, en om te groeien in gemeenschap met de Kerk van elke tijd en plaats: de Kerk van de apostelen, de Kerk van de martelaren, de Kerk van de heiligen, de Kerk waar Newman van hield en aan welks missie hij zijn hele leven heeft gewijd.
Ik dank Aartsbisschop Peter Smith voor zijn vriendelijke welkomstwoorden namens u, en ik ben bijzonder verheugd de vele jonge mensen te zien die aanwezig zijn voor deze gebedswake. Vanavond zou ik in de context van ons gezamenlijk gebed samen met u willen nadenken over een paar aspecten van Newman’s leven die ik zeer relevant acht voor ons leven als gelovigen en voor het leven van de Kerk vandaag.
Laat ik beginnen met eraan te herinneren dat Newman, volgens zijn eigen verklaring, het verloop van zijn hele leven terugvoerde op een krachtige bekeringservaring die hij als jongeman had. Het was een onmiddellijke ervaring van de waarheid van Gods woord, van de objectieve werkelijkheid van de christelijke openbaring zoals overgeleverd in de Kerk. Deze ervaring, die tegelijk religieus en intellectueel was, zou zijn roeping een dienaar van het Evangelie te zijn, zijn onderscheiding van de bron van gezaghebbende leer in de Kerk van God, en zijn ijver voor de vernieuwing van het kerkelijk leven in trouw aan de apostolische traditie inspireren. Aan het eind van zijn leven zou Newman zijn levenswerk beschrijven als een strijd tegen de groeiende tendens om religie als een zuiver subjectieve privéaangelegenheid, een kwestie van persoonlijke mening te zien. Dit is de eerste les die we van zijn leven kunnen leren: in onze dagen, waarin een intellectueel en moreel relativisme de fundamenten van onze samenleving dreigt te ondermijnen, herinnert Newman ons eraan dat wij, als mannen en vrouwen die gemaakt zijn naar beeld en gelijkenis van God, geschapen zijn om de waarheid te kennen, in die waarheid onze ultieme vrijheid en de vervulling van onze diepste menselijke aspiraties te vinden. In één woord, we zijn ertoe bestemd Christus te kennen, die Zelf “de weg, de waarheid en het leven” is (
Joh. 14, 6).
Newman’s leven leert ons ook dat hartstocht voor de waarheid, intellectuele oprechtheid en echte bekering kostbaar zijn. De waarheid die ons vrijmaakt, kunnen we niet voor onszelf houden; ze vraagt om getuigenis, ze smeekt erom te worden gehoord, en uiteindelijk komt haar overtuigingskracht vanuit haarzelf en niet van de menselijke welsprekendheid of argumenten waarmee ze omkleed kan zijn. Niet ver van hier, in Tyburn, stierf een groot aantal van onze broeders en zusters voor het geloof; het getuigenis van hun trouw tot het einde was veel krachtiger dan de geïnspireerde woorden die zo velen van hen spraken vóór alles aan de Heer over te geven. In onze tijd is de prijs die betaald moet worden voor trouw aan het Evangelie niet meer opgehangen en gevierendeeld te worden, maar gaat het vaak om bij voorbaat verworpen, belachelijk gemaakt of geparodieerd te worden. En toch kan de Kerk zich niet terugtrekken van de taak Christus en zijn Evangelie van reddende waarheid te verkondigen als de bron van ons ultieme geluk als individuen en als het fundament van een rechtvaardige en menselijke samenleving.
Tot slot leert Newman ons dat als we de waarheid van Christus hebben aangenomen en ons leven aan Hem hebben gewijd, er geen scheiding kan zijn tussen wat we geloven en de manier waarop we ons leven leiden. Elk van onze gedachten, woorden en daden moet gericht zijn op de glorie van God en de verbreiding van zijn Koninkrijk. Newman begreep dit en was de grote voorvechter van het profetisch ambt van de christelijke leken. Hij zag duidelijk in dat we de waarheid niet zozeer in een puur intellectuele daad aannemen als wel omarmen in een geestelijke dynamiek die tot de kern van ons wezen doordringt. Waarheid wordt niet louter doorgegeven door formeel onderricht, hoe belangrijk dit ook is, maar ook door het getuigenis van levens die in integriteit, trouw en heiligheid geleefd worden; zij die in en door de waarheid leven, herkennen instinctief wat onecht is en, juist doordat het onecht is, vijandig aan de schoonheid en goedheid die de schittering van de waarheid –
veritatis splendor – vergezellen.
De eerste lezing van vanavond is het prachtige gebed waarin Paulus vraagt dat we “de liefde van Christus, die alle kennis te boven gaat” mogen kennen (
Ef. 3, 14-20). De apostel bidt dat Christus door het geloof in ons hart mag wonen
Vgl. Ef. 3, 17
en dat we in staat mogen zijn “te vatten, wat de breedte en lengte en hoogte en diepte ” van die liefde is. Door het geloof gaan we Gods woord als een lamp voor onze voeten en licht op ons pad zien.
Vgl. Ps. 119, 105
Newman leerde, net als de ontelbare heiligen die hem voorgingen op het pad van christelijk leerlingschap, dat het “vriendelijke licht” van het geloof ons ertoe brengt de waarheid over onszelf te beseffen, onze waardigheid als kinderen van God, en de sublieme bestemming die ons wacht in de hemel. Door het licht van de waarheid in ons hart te laten schijnen, en door in dat licht te blijven door onze dagelijkse vereniging met de Heer in gebed en deelname aan de leven-gevende Sacramenten van de Kerk, worden we zelf licht voor de mensen om ons heen; we oefenen ons “profetisch ambt” uit; vaak trekken we mensen, zelfs zonder dat we het weten, één stap dichter bij de Heer en zijn waarheid. Zonder het gebedsleven, zonder de innerlijke omvorming die plaatsvindt door de genade van de Sacramenten, kunnen we niet “Christus uitstralen”, zoals Newman het zegt; we worden alleen maar de zoveelste “schelle cimbaal” (
1 Kor. 13, 1) in een wereld vol toenemend lawaai en verwarring, vol met bedrieglijke paden die alleen maar naar hartenleed en illusie leiden.
Eén van de meest geliefde meditaties van de Kardinaal bevat de woorden “God heeft me geschapen om Hem een bepaalde dienst te verlenen. Hij heeft mij een werk toevertrouwd dat Hij niet heeft toevertrouwd aan iemand anders”.
H. John Henry Kardinaal Newman, Meditations and Devotions Hier zien we Newman’s uitstekende christelijke realisme, het punt waarop geloof en leven elkaar onvermijdelijk kruisen. Geloof is bedoeld om vrucht te dragen in de transformatie van onze wereld door de kracht van de Heilige Geest die werkt in de levens en harten van de gelovigen. Niemand die vandaag realistisch naar onze wereld kijkt, zou kunnen denken dat Christenen het zich kunnen veroorloven om gewoon verder te gaan zoals altijd en de diepe geloofscrisis te negeren die onze samenleving heeft overvallen, of er gewoon op te vertrouwen dat het erfgoed van waarden dat is overgedragen door de christelijke eeuwen de toekomst van onze samenleving zal blijven inspireren en vormgeven. We weten dat God in tijden van crisis en omwenteling grote heiligen en profeten heeft doen opstaan voor de vernieuwing van de Kerk en de christelijke samenleving; we vertrouwen in zijn voorzienigheid en we bidden om zijn voortdurende leiding. Maar ieder van ons wordt opgeroepen om in overeenstemming met zijn of haar levensstaat te werken aan de vooruitgang van Gods Koninkrijk door het aardse leven te doordrenken met de waarden van het Evangelie. Ieder van ons heeft een missie, ieder van ons wordt opgeroepen de wereld te veranderen, te werken voor een cultuur van het leven, een cultuur die vormgegeven wordt door liefde en respect voor de waardigheid van iedere menselijke persoon. Zoals onze Heer ons vertelt in het Evangelie dat we zonet hebben gehoord, ons licht moet stralen voor het oog van allen, opdat zij, wanneer zij onze goede werken zien, onze hemelse Vader mogen prijzen.
Vgl. Mt. 5, 16
Nu wil ik een speciaal woord zeggen tot de vele jonge mensen die aanwezig zijn. Lieve jonge vrienden: alleen Jezus weet welke “bepaalde dienst” Hij voor jou in gedachten heeft. Sta open voor zijn stem die in de diepte van je hart weerklinkt: zelfs nu spreekt zijn hart tot jouw hart. Christus heeft gezinnen nodig om de wereld aan de waardigheid van de menselijke liefde en de schoonheid van het gezinsleven te herinneren. Hij heeft mannen en vrouwen nodig die hun leven aan de edele taak van de opvoeding wijden, de jongeren hoedend en vormend op de weg van het Evangelie. Hij heeft degenen nodig die hun leven aan de beoefening van volmaakte liefde zullen wijden, Hem volgend in kuisheid, armoede en gehoorzaamheid en Hem dienend in de minsten van onze broeders en zusters. Hij heeft de krachtige liefde nodig van de contemplatieve religieuzen, die het getuigenis en de activiteit van de Kerk ondersteunen met hun constant gebed. En hij heeft priesters nodig, goede en heilige priesters, mannen die bereid zijn hun leven te geven voor hun schapen. Vraag de Heer wat Hij voor jou in gedachten heeft! Vraag Hem om de edelmoedigheid om “ja” te zeggen! Wees niet bang om jezelf helemaal aan Jezus te geven. Hij zal je de genade die je nodig hebt om je roeping te vervullen geven. Laat me dit paar woorden afsluiten door jullie van harte uit te nodigen om volgend jaar samen mij met in
Madrid te zijn voor de Wereldjongerendag. Het is altijd een prachtige gelegenheid om te groeien in liefde voor Christus en bemoedigd te worden in een vreugdevol geloofsleven samen met duizenden andere jonge mensen. Ik hoop velen van jullie daar te zien!
En nu, dierbare vrienden, laten we onze gebedswake vervolgen door ons voor te bereiden op de ontmoeting met Christus, onder ons aanwezig in het Heilige Sacrament van het Altaar. Laten we samen, in de stilte van onze gezamenlijke aanbidding, onze hoofden en harten openen voor zijn aanwezigheid, zijn liefde, en de overtuigende kracht van zijn waarheid. Laten we Hem op een bijzondere manier danken voor het volhoudende getuigenis van die waarheid dat Kardinaal John Henry Newman heeft gegeven. Laten we, vertrouwend op zijn gebeden, de Heer vragen om ons pad, en het pad van de hele Britse samenleving, te verlichten met het vriendelijke licht van zijn waarheid, zijn liefde en zijn vrede. Amen.
© 2013, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk
Vert.: Redactie; alineaverdeling en -nummering: redactie