
Paus Benedictus XVI - 17 september 2010
Dierbare vrienden in Christus,
Ik dank de Heer voor deze gelegenheid mij bij u, de vertegenwoordigers van de christelijke denominaties in Groot-Brittannië, aan te sluiten in deze prachtige abdijkerk gewijd aan Sint Petrus, waarvan de architectuur en de geschiedenis welsprekend getuigen van ons gemeenschappelijk erfgoed van het geloof. Hier moeten we er wel aan herinnerd worden hoe sterk het christelijk geloof vorm heeft gegeven aan de eenheid en de cultuur van Europa en aan het hart en de geest van het Engelse volk. Hier worden we er ook met klem aan herinnerd dat wat we delen in Christus, groter is dan wat ons blijft verdelen.
Ik ben zijne Excellentie de aartsbisschop van Canterbury dankbaar voor de vriendelijke begroeting, alsmede de deken en het kapittel van deze eerbiedwaardige abdijkerk voor de hartelijke ontvangst. Ik dank de Heer voor het feit dat ik als opvolger van de apostel Petrus op de Stoel van Rome deze pelgrimstocht mag maken naar het graf van de heilige belijder Edward. Koning Edward van Engeland blijft een model van christelijk getuigenis en een voorbeeld van die echte grandeur waartoe de Heer zijn leerlingen roept in het schriftgedeelte dat we zojuist hebben gehoord: de grandeur van een nederigheid en gehoorzaamheid gegrond in het voorbeeld van Christus zelf Vgl. Fil. 2, 6-8 , de grandeur van een trouw die niet aarzelt om het mysterie van het kruis te aanvaarden uit onvergankelijke liefde voor de goddelijke Meester en niet aflatende hoop op zijn beloften. Vgl. Mc. 10, 43-44
Dit jaar wordt, zoals we weten, de honderdste verjaardag herdacht van de moderne oecumenische beweging, die haar begin vond in de Edinburgse Conferentie met haar oproep tot de Christenen om tot eenheid te komen als voorwaarde voor een geloofwaardig getuigenis van het evangelie in onze tijd. Bij de herdenking van dit jubileum moeten wij danken voor de opmerkelijke vooruitgang die is geboekt op weg naar dit nobel doel door de inspanningen van toegewijde christenen van alle denominaties. Tegelijkertijd moeten wij er ons echter van bewust blijven hoeveel er nog te doen blijft. In een wereld gekenmerkt door toenemende onderlinge afhankelijkheid en solidariteit worden we uitgedaagd om met hernieuwde overtuiging de werkelijkheid van onze verzoening en bevrijding in Christus te verkondigen en de waarheid van het Evangelie uit te dragen als de sleutel tot een authentieke en algehele menselijke ontwikkeling. In een samenleving die steeds onverschilliger of zelfs vijandig tegenover de christelijke boodschap is komen staan, worden wij allen des te meer genoopt vreugdevol te getuigen van de hoop die in ons is (1 Pt. 3, 15), en de opgestane Heer aan te wijzen als het antwoord op de diepste vragen en geestelijke verlangens van de mannen en vrouwen van onze tijd.
Onze inzet voor de eenheid der Christenen is geboren uit niets minder dan ons geloof in Christus, in Christus namelijk, die verrezen is uit de dood en gezeten aan de rechterhand van de Vader, die zal wederkomen in heerlijkheid om de levenden en de doden te oordelen. Het is de werkelijkheid van de persoon van Christus, zijn reddingswerk en vooral het historische feit van zijn opstanding, die de inhoud vormen van de apostolische verkondiging en de geloofsformuleringen die, om te beginnen in het Nieuwe Testament zelf, de integriteit van de overdracht van het geloof hebben gegarandeerd. De eenheid van de Kerk, om kort te gaan, kan nooit anders zijn dan een eenheid in het apostolische geloof, in het geloof dat tijdens de rite van de doop wordt toevertrouwd aan elk nieuw lid van het Lichaam van Christus. Het is dit geloof dat ons verenigt met de Heer, ons deelgenoot maakt aan zijn Heilige Geest, en zo, nu al, doet deelhebben aan het leven van de Heilige Drie-eenheid, het model van de koinonia (gemeenschap) van de Kerk hier beneden.
Samengekomen in deze oude kloosterkerk, kunnen we denken aan het voorbeeld van een grote Engelsman en man van de Kerk die we allen eren: de Paus Benedictus XVI - Audiëntie
H. Beda de Eerbiedwaardige - Faam van heiligheid
2e catechese in de reeks over grote middeleeuwse kerkelijke auteurs
(18 februari 2009), de eerbiedwaardige. Aan het begin van een nieuw tijdperk in het leven van de mensheid en van de Kerk, verstond Beda zowel het belang van trouw aan het woord van God zoals doorgegeven in de apostolische traditie als de behoefte aan creatieve openheid voor nieuwe ontwikkelingen en aan de eisen van een goede inplanting van het Evangelie in de hedendaagse taal en cultuur.
Beda en zijn tijdgenoten hebben deze natie en Europa helpen opbouwen. Beide staan nu opnieuw op de drempel van een nieuw tijdperk. Moge het voorbeeld van Beda de christenen van deze landen inspireren samen hun gedeelde erfgoed opnieuw te ontdekken, en hen helpen datgene wat ze gemeen hebben te versterken en hun inspanningen om te groeien in vriendschap voort te zetten. Moge de verrezen Heer onze inspanningen versterken om de breuken van het verleden te herstellen en de uitdagingen van het heden aan te gaan met hoop op de toekomst, die Hij in zijn voorzienigheid ons en onze wereld altijd weer zal geven.
Amen.