H. Paus Paulus VI - 29 juni 1971
De vreugde die u put uit het besef te allen tijde de Heer toe te behoren, is een onvergelijkelijke vrucht van de Heilige Geest; die vreugde te genieten, is u nu reeds gegeven. Van die vreugde vervuld die Christus ook te midden van de beproeving voor u gereed houdt, kunt u vol vertrouwen de toekomst. tegemoet zien. In de mate waarin deze blijdschap van uw communiteiten uitstraalt, wordt aan allen het bewijs geleverd, dat de levensstaat die u hebt gekozen u helpt door middel van het drievoudige offer van uw religieuze professie uw leven in Christus zoveel mogelijk te ontplooien. In de beschouwing van u en uw leven zal de jeugd de aansporing kunnen zien die Jezus onophoudelijk tot hen richt. Vgl. Mt. 19, 11-12 Vgl. 1 Kor. 7, 34 Het Concilie vermaant u hieromtrent:
de leden dienen echter te bedenken, dat het voorbeeld van hun eigen leven de beste aanbeveling is van hun instituut en een uitnodiging om het religieuze leven te omhelzen. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de vernieuwing en aanpassing van het religieuze leven, Perfectae Caritatis (28 okt 1965), 24
Het lijdt overigens geen twijfel, of de bisschoppen, priesters, ouders en christelijke opvoeders die u met grote waardering en liefde bejegenen, zullen bij velen het verlangen willen doen ontbranden zich bij u aan te sluiten en zo te beantwoorden aan de uitnodiging van Christus die zonder ophouden in de harten van zijn leerlingen weerklinkt.