H. Paus Paulus VI - 29 juni 1971
Dierbare zonen en dochters in Christus, om zich te vernieuwen, moet het religieuze leven zich in bijkomstigheden aanpassen aan bepaalde veranderingen die zich steeds sneller en omvangrijker in de maatschappij voordoen. Die taak zult u echter niet kunnen volvoeren zonder behoud van de door de Kerk erkende duurzame levensvormen, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 43 wanneer u niet de ware roeping van uw instituten ongerept bewaart en vernieuwt. De aanpassing immers van een levend wezen aan zijn omgeving ligt niet in het prijsgeven van zijn eigen identiteit, maar veeleer in de bevestiging van zijn eigen speciale levenskracht. Door een diep begrip voor de tendensen en eisen van de moderne mens moet u ervoor zorgen, dat uit u als het ware wateren van nieuwe bezielende kracht ontspringen. Dat is een taak die wel in staat is het hart te inspireren, ondanks alle moeilijkheden.