H. Paus Paulus VI - 29 juni 1971
Geliefde zonen en dochters die door het naleven van de evangelische raden Christus met groter vrijheid wilt volgen en van dichterbij navolgen - door een heel leven dat aan God gewijd is vanwege een speciale wijding die in de wijding van het doopsel als het ware is geworteld en dit vollediger manifesteert -, weest overtuigd van de hoge waardering en diepe genegenheid die wij u in de naam van Jezus Christus toedragen! Wij bevelen u aan onze dierbare broeders in het bisschopsambt aan, die, samen met de priesters, hun medewerkers in het priesterschap, hun verantwoordelijkheid ten aanzien van het religieuze leven verstaan. Ook alle leken, aan wie in eigenlijke zin, hoewel niet exclusief, wereldlijke taken en activiteiten toekomen Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 43 vragen wij te begrijpen, hoezeer zij door u worden aangezet om die heiligheid na te streven waartoe zij door hun doopsel in Christus zijn geroepen tot eer van de Vader! Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 39-42