Paus Benedictus XVI - 1 september 2010
Dierbare broeders en zusters,
In 1988 ter gelegenheid van het Mariajaar, heeft de eerbiedwaardige Johannes Paulus II een Apostolische Brief geschreven, “H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Brief
Mulieris Dignitatem
Over de waardigheid en de roeping van de vrouw
(15 augustus 1988)”, die handelt over de kostbare rol die vrouwen - vroeger en nu - spelen in het leven van de Kerk. “De Kerk – zo leest men – is dankbaar voor alle uitingen van het vrouwelijk genie die zich in de loop van de geschiedenis manifesteerden onder alle volken en naties; zij is dankbaar voor alle charisma’s waarmee de Heilige Geest vrouwen begiftigd heeft in de geschiedenis van het volk Gods, voor alle zegeningen die verkregen werden dank zij hun geloof, hoop en liefde: zij is dankbaar voor alle vruchten van de vrouwelijke heiligheid” H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Over de waardigheid en de roeping van de vrouw, Mulieris Dignitatem (15 aug 1988), 31.
Ook in de eeuwen van de geschiedenis die wij gewoonlijk de Middeleeuwen noemen, onderscheiden verschillende vrouwenfiguren zich door de heiligheid van hun leven en de rijkdom van hun onderricht. Vandaag zou ik willen beginnen met één van hen: de heilige Hildegard van Bingen die leefde in het Duitsland van de XIIe eeuw. Zij werd in 1098 geboren in Bermersheim bij Alzey in het Rijnland en stierf in 1179 op 81-jarige leeftijd ondanks haar gezondheid die altijd wankel geweest is. Hildegard behoorde tot een adellijk, kroostrijk gezin en werd van bij haar geboorte door haar ouders voorbestemd voor de dienst aan God. Op de leeftijd van acht jaar, werd zij toevertrouwd aan de zorg van een lerares, Judith van Spannheim, die zich in het slotleven had teruggetrokken in het benedictijner klooster van de heilige Disibodus. Zo had zich een klein vrouwelijk slotklooster gevormd, dat de regel volgde van de heilige Benedictus. Hildegard ontving de sluier uit de handen van bisschop Otto van Bamberg en in 1136, bij de dood van moeder Judith, die overste geworden was van de gemeenschap, werd zij door haar medezusters gevraagd haar op te volgen. Zij vervulde deze taak door haar gaven van ontwikkelde, spiritueel hoogstaande vrouw te benutten, bekwaam om de organisatie van het slotleven aan te pakken. Enkele jaren later, meer bepaald door het stijgende aantal jonge vrouwen die bij het klooster aanklopten, stichtte Hildegard een andere gemeenschap in Bingen, genoemd naar de Paus Benedictus XVI - Audiëntie
H. Rupert van Deutz
(9 december 2009), waar zij de rest van haar leven doorbracht. De manier waarop zij het ambt van het gezag uitoefende, is voorbeeldig voor iedere religieuze gemeenschap: zij wekte een heilige wedijver op in de beoefening van het goede, zodanig dat de moeder en de dochters rivaliseerden in de ijver voor respect en wederzijdse dienstverlening, wat blijkt uit getuigenissen van die tijd.