Msgr. Nikola Eterovic - 6 juni 2010
Het gebed voor de eenheid, waarmee Jezus is begonnen Vgl. Joh. 17 , moet door de leerlingen van de Heer te allen tijde worden voortgezet. Het herstellen van de christelijke eenheid heeft als fundament het onderricht van de Heer. “Deze verdeeldheid is duidelijk in strijd met de bedoeling van Christus; zij is ook een ergernis voor de wereld en de hoog verheven taak van de evangelieverkondiging aan alle schepselen wordt erdoor geschaad” 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 1. Een nauwe band verenigt apostolische zending en oecumene. “Opdat allen één mogen zijn... opdat de wereld gelove” (Joh. 17, 21). Overigens hebben alle Kerken de bijbel gemeenschappelijk, de twee eerste Concilies, de 1e Concilie van Constantinopel
Credo van Nicea - Constantinopel
(31 juli 381), het eerste millennium van het Christendom (met de Byzantijnen), de Sacramenten en de verering van de heiligen, in het bijzonder de Theotokos, de maagd Maria. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 844 Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 641
De relaties met de Christenen van de andere Kerken en kerkgemeenschappen zijn gestoeld op het Doopsel, dat een objectieve band van gemeenschap en eenheid tot stand brengt en ook enkele werkzaamheden mogelijk en noodzakelijk maakt, zoals deelname aan het gemeenschappelijke gebed, oecumenische vorming in de verschillende instellingen, vooral in de seminaries, het zorgen voor steun ten behoeve van de bestudering van de Bijbel en de Vaders, solidariteit met de broeders en de zusters die in moeilijke omstandigheden leven, zoals die er zijn in Irak en het Heilige Land. De grootste urgentie is dat het godsdienstonderwijs expliciet ook de oecumene bevat, krachtens welke door allen het doel wordt gedeeld om geen publicaties te bevorderen die de andere godsdiensten beledigen of verontrusten.
De oecumene vraagt om een oprechte inspanning om vooroordelen te overwinnen, te werken met het oog op een beter wederzijds begrip met het doel de volheid te bereiken van de zichtbare gemeenschap in geloof, sacramenten en apostolisch dienstwerk. “De oecumenische dialoog heeft het kenmerk van een gemeenschappelijk zoeken naar de waarheid, vooral over de Kerk”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de inzet voor de oecumene, Ut Unum Sint (25 mei 1995), 33
Deze dialoog speelt zich af op verschillende niveaus. Op officieel niveau heeft de Heilige Stoel in samenwerking met de katholieke Kerken initiatieven genomen met alle Kerken van het oosten. Men is ook aan het reflecteren over de rol van de bisschop van Rome voor de zichtbare eenheid van het christendom. Paus Johannes Paulus II erkent in de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Ut Unum Sint
Over de inzet voor de oecumene
(25 mei 1995) Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de inzet voor de oecumene, Ut Unum Sint (25 mei 1995), 88-96. en in het bijzonder 93.95 de verantwoordelijkheid “om een vorm te vinden voor de uitoefening van het primaatschap die openstaat voor een nieuwe situatie Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de inzet voor de oecumene, Ut Unum Sint (25 mei 1995), 95, maar zonder van het wezenlijke van zijn opdracht op welke wijze ook af te zien”, daarbij de dubbele Latijnse en oosterse canonieke traditie voor ogen houdend. Het gaat erom authentieke methodes te vinden in het omgaan met de respectievelijke tradities, de verhouding tussen de beide wetgevende lichamen en de concreet daaruit volgende verwezenlijking ervan. De inzet voor de oecumenische dialoog “geldt absoluut niet alleen voor de Heilige Stoel, maar ook voor de plaatselijke of particuliere Kerken Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de inzet voor de oecumene, Ut Unum Sint (25 mei 1995), 31”.
Geschikte en noodzakelijke componenten zijn gebed, heiliging, bekering, uitwisseling van geschenken overeenkomstig het onderricht van Johannes Paulus II, in een relatie van wederkerigheid, gegarandeerd door een geest van vriendschap, wederzijdse liefde, respect, solidariteit, maatschappelijke gerechtigheid. Deze houding wordt bevorderd en maakt men zich eigen door middel van onderwijs en ook het efficiënt gebruik van de media, maar vooral door de naastenliefde te beoefenen inzake materiële goederen, de gezondheidszorg en een zo groot mogelijke hulpverlening Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 902-908.
Een essentieel instrument van de oecumene is de dialoog die zich met een positieve houding moet ontwikkelen om het wederzijds begrip te vergroten door wantrouwen te overwinnen en te werken voor de verdediging van de religieuze waarden, door samen te werken aan projecten van maatschappelijk nut, door het begrip tussen de gelovigen van de verschillende landen te bevorderen en hun levensomstandigheden te verbeteren. Gegeven het historisch onbegrip, is het noodzakelijk over te gaan tot een loutering van het geheugen door de geesten te bevrijden van de verschillende vooroordelen door elkaar te accepteren, door samen te werken voor de gemeenschappelijke dingen.
Dit werk van loutering strekt zich ook uit tot de gelovigen van de verschillende Kerken en kerkgemeenschappen, die er behoefte aan hebben te worden bemoedigd om te delen in bepaalde ervaringen van de andere Kerken, zoals daar kunnen zijn ogenblikken van smart of van feest, door voor hun Kerk te wensen wat ook wij voor die van ons verlangen. Bovendien zal de viering van de Sacramenten van Biecht, Eucharistie, Ziekenzalving in een Kerk die verschilt van de eigen Kerk, in gevallen waarin is voorzien door de canonieke verordeningen, nuttig zijn. Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 641 Vgl. Pauselijke Raad ter bevordering vd Eenheid vd Christenen, Richtlijnen voor de toepassing van de beginselen en normen inzake de oecumenische beweging, Oecumenisch Directorium (25 mrt 1993), 102-107
Op het vlak van het ambt zijn een bron van oecumenische opbouw de samenwerking tussen de hoofden van de verschillende Kerken, het apostolisch werk zelf, de gebedsontmoetingen tussen herders, seminaristen, bewegingen, instellingen, gewijde personen, evenals ook concrete bepalingen, zoals de gemeenschappelijke pastoraal bij gemengde huwelijken, het coördineren van charitatieve activiteiten, de steun aan de Raad van Kerken van het Midden-Oosten in de activiteiten op het gebied van de dialoog, die met liefde en nederigheid moet worden gevoerd en ook op de katholieke scholen moet worden uitgebreid. Twee tekens zijn van bijzonder belang: de uniformering van de Christelijke feesten (Kerstmis en Pasen) en het gezamenlijk beheren van de plaatsen in het Heilige Land. De manier van het beheren in liefde en wederzijds respect van de heilige plaatsen van de Christenheid in het Heilige Land door de twee orthodoxe Kerken die samen met de Custodie van het Heilig Land verantwoordelijk zijn voor deze plaatsen, is een getuigenis voor de Kerken van de regio, evenals voor de Kerken van de wereld.
Bovendien draagt tot de wederzijdse gemeenschap onder de Christenen hun inzet bij om hun situatie en de zin van hun tegenwoordigheid in het Midden-Oosten beter te leren kennen door aandachtig naar elkaar te luisteren en profijt te halen uit de verschillen. Theologische samenwerking die aandacht heeft voor de verschillende kerkelijke tradities, samenwerking in het bestuderen van de bijbel en in de catechese, het ontwikkelen van een oecumenische cultuur door middel van cursussen, congressen, prediking, onderwijs in de kerkgeschiedenis in oecumenisch perspectief zijn instrumenten die de geest van de dialoog bevorderen door de diepe beweegredenen ervan te openbaren.
Ten slotte, daar de tegenwoordigheid van Christelijke media in de Hebreeuwse taal zwak is, ook al tonen de burgerlijke Hebreeuwse media een zekere openheid voor Christelijke thema’s, ziet men de noodzaak om Hebreeuws sprekende Christenen te vormen en die dan in te zetten in de sector van de media. Het zou eveneens noodzakelijk zijn meer aandacht te besteden aan de vorming van Christelijke, Arabisch sprekende journalisten.
De betrekkingen met onze Christelijke, niet-Katholieke broeders en zusters kunnen ook worden verbeterd door lokaal toegankelijke activiteiten, zoals het deel uitmaken van broederschappen die leden accepteren onafhankelijk van de godsdienst waartoe ze behoren. Proselitisme dat gebruik maakt van middelen die niet conform het Evangelie zijn, dient te worden veroordeeld en men moet herhalen dat meer dan ooit een loutering van het geheugen noodzakelijk is die alle Christenen helpt om hun blik te richten naar voren en naar omhoog, op de Heer die allen tot zich trekt Vgl. Joh. 12, 32 .