Msgr. Nikola Eterovic - 6 juni 2010
Vóór alles dient eraan te worden herinnerd dat een synodale vergadering een in wezen pastoraal doel heeft en dat deze alleen indirect en zijdelings spreekt over de maatschappelijke en politieke problemen van de landen. Dit gezegd zijnde, dient men aandacht te schenken aan het verschijnsel van de emigratie. De emigratie van christenen en niet-christenen uit het Midden-Oosten is begonnen tegen het einde van de 19e eeuw. De twee hoofdoorzaken zijn van politieke en economische orde. De religieuze verhoudingen waren niet al te best, maar het systeem van de “millet” (ethnisch-religieuze gemeenschappen) had de christenen binnen hun gemeenschap een zekere bescherming gegarandeerd, hoewel het de conflicten van godsdienstige en tribale aard niet altijd verhinderde. Deze emigratie is tegenwoordig toegenomen als gevolg van het Israëlisch-Palestijns conflict en de instabiliteit die dat heeft veroorzaakt in de hele regio, terwijl de maatschappelijke situatie in Irak en de politieke instabiliteit in Libanon aan de toename van het verschijnsel hebben bijgedragen.
In het spel van de internationale politiek wordt vaak het bestaan van de christenen genegeerd, die de eerste slachtoffers ervan zijn; dit is een van de hoofdoorzaken van de emigratie. Hier zou men moeten handelen en de Kerk wordt uitgenodigd om zich in deze zin te engageren met de middelen en de mensen die zij ter beschikking heeft, voor het welzijn van allen.
Een van de oorzaken van emigratie is de economische toestand. Bij de huidige politieke situatie in het Midden-Oosten is het moeilijk een economie te creëren die een levenspeil kan verschaffen dat voor de hele maatschappij waardig is. De Kerk kan van haar kant op dit vlak enkele maatregelen nemen om de emigratie terug te dringen, maar het is aan de staat zelf de noodzakelijke maatregelen te nemen. Bovendien zijn in verschillende landen van het Midden-Oosten de beperking van de culturele en religieuze vrijheid, van de gelijkheid van kansen en rechten en de weinige mogelijkheden om actief deel te nemen aan het politieke leven belangrijke redenen voor de christenen om te emigreren.
Met andere woorden, alleen vrede en democratie, gepaard gaande met een voldoende economische, en dus ook maatschappelijke en culturele ontwikkeling van de landen waartoe de Christenen behoren, kunnen een omgeving en voorwaarden scheppen waarin christenen, gezinnen en individuen, zich niet meer gedwongen voelen te emigreren, zoals nu het geval is. Hier zouden de particuliere Kerken in het westen een belangrijke rol kunnen spelen in de mate waarin zij de mogelijkheid zouden hebben de regeringen van de respectievelijke landen ontvankelijk te maken voor een politiek die geschikt is om bij te dragen aan de ontwikkeling van de landen in het Midden-Oosten op alle niveaus.
Er is een ander aspect dat kan helpen om de emigratie te beperken: de christenen, te beginnen bij de herders, zich meer bewust maken van de betekenis van hun aanwezigheid en van de noodzaak zich hier en nu te engageren in het openbare leven. Iedereen is in zijn eigen land brenger van de boodschap van Christus in de samenleving, ook al betekent dat moeilijkheden en vervolgingen.
Anderzijds dient men emigratie te benutten als kans voor ondersteuning voor onze landen en Kerken. De betrekkingen met de geëmigreerde christenen lopen natuurlijk via de sterke familiebanden, die de volken van deze regio kenmerken. De Kerken dragen ertoe bij om deze banden te handhaven dankzij het zenden van priesters naar de landen van emigratie; dezen staan in samenwerking met de plaatselijke Kerken en de plaatselijke ordinaris de geëmigreerde gezinnen geestelijk bij. Sommigen vragen dat de bisschoppen de gelovigen vaker bezoeken, vooral voor de gemeenschappen die geen eigen ordinaris hebben, om zo de band met de gelovigen van de oosterse katholieke Kerken in de landen van emigratie meer dan op zuiver liturgisch gebied te versterken.
Bovendien kan men, al naar gelang land of stad, ook de kerkelijke en niet-kerkelijke verenigingen ondersteunen die helpen om de betrekkingen en de banden met de gemeenschappen van herkomst levend en doeltreffend te houden. Zo stellen sommigen voor om vormen van jumelage aan te gaan: toeristisch, cultureel, universitair en materieel; maar ook stellen zij voor om immigranten aan te sporen in hun land van herkomst onroerend goed te verwerven.