Msgr. Nikola Eterovic - 6 juni 2010
De geschiedenis van het Christendom in het Midden-Oosten is belangrijk, niet alleen voor de Christenen die er leven, maar ook voor de Christenen van de hele wereld. Uit de antwoorden die ons hebben bereikt, blijkt dat deze geschiedenis helaas weinig bekend is. Het is dus noodzakelijk enkele van de meest belangrijke aspecten ervan te onderstrepen.
Alle particuliere Kerken, of het nu het Midden-Oosten betreft of de rest van de wereld, gaan terug op de Kerk van Jeruzalem, verenigd door de Heilige Geest op de dag van Pinksteren. Het betreft een belangrijke gebeurtenis van de goddelijke Voorzienigheid, die haar heilsplan heeft willen openbaren in dit gedeelte van Azië.
“God leidde de aartsvaders Vgl. Gen. 12 en riep Mozes om zijn volk naar de vrijheid te brengen Vgl. Ex. 3, 10
. Tot het volk dat Hij voor zich had gekozen, sprak Hij door middel van vele profeten, rechters, koningen en onverschrokken vrouwen van geloof. In ‘de volheid van de tijd’ (Gal. 4, 4) zond Hij zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus, de Heiland, die mens werd als Aziaat!” H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, De Kerk in Azië, Ecclesia in Asia (7 nov 1999), 1
De Kerk splitste zich in de 5e eeuw na de concilies van Efeze (431) en Chalcedon (451) vooral op grond van Christologische kwesties. Deze eerste splitsing deed de Kerken ontstaan die vandaag bekend staan onder de naam “Assyrisch Apostolische Kerk van het Oosten” (Kanîsat al-Mashriq of Kanîsah al-Ashshûriyyah) en de “Oosters-orthodoxe Kerken”, dat wil zeggen de Koptische, Syrische en Armeense Kerken, die “monofysitisch” werden genoemd.
Dikwijls vonden dergelijke afscheidingen ook plaats om politiek-culturele redenen, zoals de middeleeuwse (Syrische en Arabische) theologen stellen en duidelijk laten zien. De Christologische problemen zijn in onze dagen overwonnen door de gemeenschappelijke Christologische verklaringen tussen Pausen en patriarchen/katholiko’s van de orthodoxe (Koptische, Syrische en Armeense) Kerken en de Assyrische Kerk van het Oosten.
Later vond vanaf de 11e eeuw het zogenaamde Grote Schisma plaats, dat Rome van Constantinopel scheidde. Hier is opnieuw volstrekt duidelijk dat politieke-culturele motieven de belangrijkste rol hebben gespeeld, nog afgezien van de feitelijk en geografisch bestaande scheiding tussen oost en west: de volken ervan kenden elkaar steeds minder.
Al deze scheidingen bestaan nog immer in het Midden-Oosten; zij zijn de bittere vrucht van het verleden. Maar ook de Geest is werkzaam in de Kerken om hen tot elkaar te brengen en de obstakels weg te doen vallen voor een zichtbaar, door Christus gewilde eenheid, opdat zij één zijn in hun veelvoud, naar het beeld van de Drie-eenheid, en elkaar wederzijds verrijken met hun respectievelijke tradities. “Opdat zij allen één mogen zijn zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U: dat ook zij in Ons mogen zijn, opdat de wereld gelove dat Gij Mij gezonden hebt” (Joh. 17, 21). Deze tradities zijn tegelijkertijd een rijkdom voor de universele Kerk.