Msgr. Nikola Eterovic - 6 juni 2010
Ook de betrekkingen van de katholieke Kerk met de moslims hebben hun fundament in de verklaring van het Tweede Vaticaans Concilie 2e Vaticaans Concilie - Verklaring
Nostra Aetate
Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten
(28 oktober 1965), die onder andere stelt: “De Kerk ziet ook met waardering naar de moslims, die de ene God aanbidden, de levende en uit zichzelf bestaande, de barmhartige en almachtige, de Schepper van hemel en aarde, die gesproken heeft tot de mensen” Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 3. Op grond hiervan zijn er in de jaren volgend op het Tweede Vaticaans Concilie talrijke ontmoetingen geweest op verschillende niveaus tussen vertegenwoordigers van de beide godsdiensten. In dezen is de programmatische verklaring van paus Benedictus XVI aan het begin van zijn pontificaat veelbetekenend. Tijdens de ontmoeting met de vertegenwoordigers van enkele islamitische gemeenschappen in Duitsland heeft de Heilige Vader gezegd: “De interreligieuze en interculturele dialoog tussen Christenen en moslims kan niet worden gereduceerd tot iets optioneels. Zij is immers een noodzaak van levensbelang, waarvan onze toekomst grotendeels afhangt” Paus Benedictus XVI, Toespraak, Ontmoeting met vertegenwoordigers van enkele moslimgemeenschappen (20 aug 2005). Veelbetekenend waren in dit verband twee gestes van paus Benedictus XVI: zijn bezoek aan de Blauwe Moskee van Istanboel (Turkije) op 30 november 2006 en die aan de Al-Hussein Bin Talal-moskee in Amman (Jordanië) op 11 mei 2009.
De antwoorden onderstrepen het belang van de dialoog die wordt bevorderd door de Pauselijke Raad voor Interreligieuze Dialoog. In de antwoorden wordt de wens naar voren gebracht dat deze dialoog in steeds bredere kringen van gelovige moslims opgang maakt.