H. Paus Johannes Paulus II - 14 september 2000
In dit verband denk ik aan de belangrijke rol van de pastores van Gods volk. Ik houd hen de woorden voor van het Tweede Vaticaans Concilie: "Op de eerste plaats moet het de priesters dus zeer ter harte gaan om door de bediening van het woord en een voorbeeld van eigen leven dat de geest van dienstbaarheid en de echte paasvreugde uitstraalt aan de gelovigen de verhevenheid en de noodzaak van het priesterschap voor ogen te houden ... . Om dit te bereiken is een verstandige en nauwgezette geestelijke leiding van het hoogste belang. ... Men moet echter niet verwachten, dat deze roepstem van God de toekomstige priester op een of andere buitengewone manier ter ore komt. Zij moet immers veeleer worden verstaan en beoordeeld vanuit de tekenen waarin de wil van God dagelijks aan verstandige christenen bekend wordt; deze tekenen moeten door de priesters met nauwlettendheid worden gadegeslagen." 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 11
Voorts denk ik aan de gewijde mannen en vrouwen, geroepen om te getuigen van de waarheid dat onze enige hoop in Christus is, dat alleen Hij de energie kan geven die nodig is voor een levenskeuze als de hunne en dat de mens alleen met Hem een antwoord kan vinden op de diepste verlossingbehoeften van de mensheid. Moge de aanwezigheid en de dienstbaarheid van gewijde mensen de harten en geesten van jonge mensen openstellen voor vergezichten van van God vervulde hoop en moge hun aanwezigheid en dienstbaarheid hen nederigheid leren en ruimhartigheid in liefde en dienstbetoon. Moge het zinvolle dat zij door hun gewijde leven bijdragen aan de Kerk en aan de cultuur, zich steeds beter vertalen in concrete pastorale bijdragen, om jonge mensen te vormen en te leren om de roepstem van de Heer te horen en de vrijheid van geest te hebben om daar voluit en met enthousiasme gehoor aan te geven.