EDUCATIEVE RICHTLIJNEN OVER DE MENSELIJKE LIEFDESchets voor een seksuele opvoeding
(Soort document: Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten))
1 november 1983
De intieme betrekkingen mogen alleen in het kader van het huwelijk plaats hebben, omdat dan de onverbrekelijke door God gewilde band aanwezig is tussen de verenigings- en voortplantingsbetekenis van deze betrekkingen, welke erop gericht zijn een definitieve levensgemeenschap te handhaven, te bevestigen en uit te drukken - 'één vlees' (
Mt. 19, 5) - door de verwezenlijking van een 'menselijke', 'alomvattende', 'trouwe' en 'vruchtbare' liefde,
H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 9 dat wil zeggen de echtelijke liefde. De seksuele relaties buiten het huwelijksverband vormen daarom een ernstige ongeregeldheid, omdat ze een uitdrukking zijn welke aan een werkelijkheid is voorbehouden die nog niet bestaat;
Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Over enkele vraagstukken van de seksuele ethiek, Persona humana (29 dec 1975), 7 ze zijn een taal die in de objectieve werkelijkheid van het leven van twee personen, die nog geen definitieve gemeenschap vormen met de noodzakelijke erkenning en waarborg van de burgerlijke, en voor katholieke verloofden ook van de godsdienstige, samenleving, niet wordt waar gemaakt.
© 1984, Archief van Kerken, jrg. 39, nr. 2, p. 17-28