Paus Benedictus XVI - 8 december 2010
Aan het begin van het nieuwe jaar wens ik eenieder gemoedsrust en voorspoed, maar vooral vrede. Helaas werd het jaar dat nu ten einde loopt gekenmerkt door vervolging, discriminatie, vreselijk geweld en religieuze onverdraagzaamheid.
Mijn gedachten gaan op speciale wijze uit naar het geliefde land Irak, dat op zijn weg naar stabiliteit en verzoening nog steeds het toneel is van geweld en aanslagen. Ik denk aan het recente leed van de christelijke gemeenschap. In het bijzonder aan de schandelijke aanval op de Syrisch-Katholieke Kathedraal van O.L. Vrouw van Eeuwigdurende Bijstand in Bagdad, waar op 31 oktober twee priesters en meer dan vijftig gelovigen tijdens de Heilige Mis werden gedood. In de dagen daarna volgden nog meer aanvallen, zelfs op woningen. Zo werd er angst gezaaid onder de christenen en nam bij velen het verlangen toe om te emigreren op zoek naar een beter leven. Ik verzeker hen van mijn persoonlijke nabijheid en die van de gehele Kerk. Deze nabijheid vond concrete uitdrukking in de recente Bijzondere Vergadering van de Bisschoppensynode over het Midden-Oosten. De Synode moedigde alle katholieken in Irak en heel het Midden-Oosten aan om in gemeenschap te leven en door te gaan met moedig te getuigen van het geloof in deze landen.
Ik druk mijn diep gevoelde dank uit aan alle regeringen die werken aan verlichting van het verdriet van deze leden van de menselijke familie, en ik vraag alle katholieken om hun gebed en steun voor deze broeders en zusters in het geloof die slachtoffer zijn van geweld en onverdraagzaamheid. In dit verband leek het mij heel passend om enkele gedachten met u te delen over godsdienstvrijheid als de weg naar vrede. Het is pijnlijk te bedenken dat men in sommige delen van de wereld onmogelijk vrij zijn godsdienst kan belijden, tenzij met gevaar voor eigen leven en persoonlijke vrijheid. In andere streken zien we subtielere en geraffineerdere vormen van vooringenomenheid en vijandigheid jegens gelovigen en religieuze symbolen. Op dit moment zijn christenen degenen die het meeste lijden onder vervolging wegens hun geloof. Velen van hen ervaren dagelijks beledigingen en bedreigingen vanwege hun streven naar waarheid, geloof in Jezus Christus en hun oprechte pleidooi voor respect van de godsdienstvrijheid. Deze situatie is onaanvaardbaar, omdat zij een belediging inhoudt van God en de menselijke waardigheid. Ook vormt zij een bedreiging voor de vrede en veiligheid, en een obstakel voor de authentieke ontplooiing van heel de mens. Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, Liefde in Waarheid - Over de integrale ontwikkeling van de mens in liefde en waarheid, Caritas in Veritate (29 juni 2009), 29.55-57
Godsdienstvrijheid drukt uit wat uniek is aan de mens. Daardoor kunnen wij immers ons persoonlijke en sociale leven op God richten. Zijn licht brengt ons tot een volledig begrip van de identiteit, betekenis en bedoeling van de persoon. Deze vrijheid ontzeggen of willekeurig inperken is de menselijke persoon verminken. Het verduisteren van de publieke rol van de godsdienst creëert een maatschappij die de ware aard van de mens veronachtzaamt. Dat maakt de groei van echte en blijvende vrede van heel de menselijke familie onmogelijk.
Om die reden roep ik alle mannen en vrouwen van goede wil op zich opnieuw in te zetten voor een wereld waarin allen vrij hun godsdienst of geloof kunnen belijden en hun liefde tot God kunnen uiten met heel hun hart, met heel hun ziel en met heel hun verstand Vgl. Mt. 22, 37 . Dat is de inspirerende en leidende gedachte voor deze Boodschap voor 44e Wereldvredesdag, gewijd aan het thema: Godsdienstvrijheid, de weg naar vrede.