• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

SUPREMI APOSTOLATUS OFFICIO
Over de verbreiding en versterking van de Rozenkransdevotie

In de nood van de Kerk bestaat er grote behoefte aan Gods hulp
De plicht van het hoogste apostolische ambt, dat Wij bekleden, en de uiterst moeilijke tegenwoordige tijdsomstandigheden zijn voor Ons een dagelijks krachtiger aansporing, ja bijna een dwingende noodzaak, om, naarmate de Kerk door zwaardere rampen getroffen wordt, Onze ijverige zorg voor haar verdediging en haar behoud te verdubbelen. Wij wenden dan ook, zoveel in Ons vermogen is, alle pogingen aan ter verdediging van de rechten der Kerk en ter voorkoming en afwering der dreigende of reeds aanwezige gevaren. Maar tegelijk daarmee doen Wij ons best, om hulp uit de hemel af te smeken; want deze hulp alleen is in staat om aan Ons werken en zorgen de gewenste uitslag te verzekeren.

Tot dit doel nu beschouwen Wij geen middel krachtdadiger en van groter waarde dan dit: ons door kinderlijke godsvrucht de gunst te verwerven van Gods verheven Moeder, de Maagd Maria. Zij heeft bij God de vrede voor ons in handen en is de uitdeelster der hemelse genaden; zij is in de hemel op een hoog verheven troon van macht en glorie geplaatst, om de mensen op hun moeizame en gevaarvolle tocht naar die eeuwige stede de bijstand van haar bescherming te verlenen.

Nu dan ook het jaarlijkse feest nabij is, waarop Wij de vele en grote zegeningen herdenken, die door het rozenkransgebed aan het christenvolk zijn ten deel gevallen, is het Ons verlangen, dat dit jaar juist dàt gebed met bijzondere ijver in heel de katholieke wereld tot de verheven Maagd gericht worde; Wij zullen dan door haar tussenkomst en tot ons geluk van haar goddelijke Zoon genade en verlichting in onze rampen ondervinden. Daarom meenden Wij dit schrijven tot u, eerbiedwaardige broeders, te moeten richten, opdat, na kennisname van Onze bedoelingen, uw gezag en uw ijver de godsvrucht van het volk tot het plichtsgetrouw opvolgen daarvan zou opwekken.

Rozenkransgebed in het verleden - Het christenvolk heeft altijd in druk en nood bij Maria hulp gevonden, vooral door het rozenkransgebed

Het is altijd voor de katholieken een kenmerkende gewoonte geweest, in benarde omstandigheden, in onzekere tijden hun toevlucht tot Maria te nemen en zich aan haar moederlijke goedheid toe te vertrouwen. Dat is een bewijs voor de hoop, ja, het vaste vertrouwen, dat de katholieke Kerk altijd, en terecht, op de Moeder Gods gesteld heeft. En inderdaad, de onbevlekt ontvangen Maagd, die tot Moeder Gods werd uitverkoren, en juist daardoor medewerkster is geworden bij de verlossing van het menselijk geslacht, bezit zulk een invloed en macht bij haar Zoon, dat geen menselijk wezen of geen engel onder dat opzicht meer verworven heeft of meer verwerven kan. En daar het haar bovenal zoet en aangenaam is, hulp en troost te bieden aan allen die er om vragen, mag men er niet aan twijfelen, of zij zal nog veel meer bereid zijn, ja, als het ware er naar haken, om de beden der gehele Kerk goedgunstig in te willigen.

Deze grote en vertrouwvolle godsvrucht tot de verheven Koningin des hemels heeft nooit helderder uitgeschitterd dan in tijden, waarin het geweld van alom voortwoekerende dwalingen, of een vloedgolf van zedenbederf, of de stormloop van machtige tegenstanders het bestaan van de strijdende Kerk Gods op het spel schenen te zetten. De geschiedenis van de oude en van de nieuwere tijd en de gewijde annalen der Kerk houden de herinnering levendig aan de bijzondere en openbare smekingen en gebeden tot de Moeder Gods, en omgekeerd aan de hulp die zij verleende, en aan de rust en vrede, die zij van God verkreeg. Vandaar de heerlijke eretitels van Hulp der christenen, Hulpvaardige, Troosteres, Bedwingster van oorlogen, Eerwinnares, Vredebrengster, waarmee de christenvolken haar begroet hebben. Onder deze titels verdient vooral vermelding de erenaam, die ontleend is aan de rozenkrans, en waardoor haar heerlijke weldaden voor heel de christenheid voor altijd een heilige wijding hebben ontvangen. Het rozenkransgebed bewees zijn kracht in de strijd tegen de ketterij der Albigenzen.

Ieder van u, eerbiedwaardige broeders, kent het lijden en de rouw, die de ketterij der Albigenzen op het einde der 12de eeuw over de heilige Kerk Gods gebracht heeft. Ontstaan uit de sekte der NieuwManicheeën, hadden de aanhangers van deze ketterij het zuiden van Frankrijk en andere streken der Latijnse wereld met hun verderfelijke dwalingen vervuld. Gewapenderhand verbreidden zij overal schrik en ontzetting, en door moord en verwoesting trachtten zij hun heerschappij uit te breiden. Tegen deze verfoeilijke vijanden verwekte God in zijn barmhartigheid, zoals gij weet, een groot heilige, de beroemde vader en stichter van de Orde der Dominicanen. Groot door de zuiverheid van zijn leer, door het voorbeeld van zijn deugden, en door zijn werk als apostel, ondernam hij met heldenmoed de strijd voor de katholieke Kerk. Niet op wapengeweld stelde hij zijn vertrouwen; maar vooral op een wijze van gebed, die, hij onder de naam van Heilige Rozenkrans zelf het eerst invoerde, en zowel persoonlijk als door zijn zonen wijd en zijd verbreidde. Hij voorzag nl. door Gods ingeving en werking, dat met behulp van dit gebed als machtigste oorlogswapen de vijanden verslagen en op de vlucht gejaagd zouden worden en genoodzaakt zouden zijn, hun goddeloze, dolle overmoed te laten varen. En zo is het ook werkelijk geschied, zoals zeker vaststaat. Want toen deze manier van bidden was aangenomen, en op de wijze, die de heilige vader Dominicus geleerd had, gebruikelijk was geworden; begonnen godsvrucht, geloof en eendracht te herleven, en werden de listige pogingen van de ketters overal verijdeld. Bovendien werden zeer veel dwalenden tot de gezonde leer teruggebracht, en werd door de wapenen der katholieken, die tot afweer van geweld waren opgenomen, de terreur van de goddelozen bedwongen.

Het rozenkransgebed bewees zijn kracht in de strijd tegen de Turken
Dit gebed toonde eveneens zijn krachtige uitwerking in de 16de eeuw, toen een ontzaglijk Turks leger op het punt stond bijna heel Europa onder het juk van bijgeloof en barbaarsheid te brengen. In die tijd riep de H. Paus Pius V de christenvorsten op tot verdediging van hun aller belang, en zijn eerste en ijverigste streven was, door het rozenkransgebed de genadige en bereidwillige hulp der machtige Moeder Gods voor het christendom te verkrijgen. Het was waarlijk een verheven schouwspel, dat zich in die dagen aan het oog van hemel en aarde vertoonde en aller gedachten en harten tot zich trok. Aan de ene kant immers wachtten de christenen, bereid voor godsdienst en vaderland leven en bloed te geven, niet ver van de golf van Corinthe onverschrokken de vijand af. Aan de andere kant riepen zij ongewapend, maar in een vrome legerschare van biddenden, Maria aan, begroetten zij Maria onophoudelijk met het rozenkransgebed, opdat zij de strijdenden zou bijstaan en naar de overwinning zou geleiden. En Onze Lieve Vrouw verhoorde het gebed en schonk haar bijstand. Want in de zeeslag bij de Echinadische eilanden (Lepanto, red.)versloeg en verstrooide de christenvloot zonder zware verliezen van haar kant de vijanden en behaalde zij een heerlijke overwinning. Tot aandenken aan deze weldaad bestemde de heilige paus de verjaardag van deze geweldige strijd tot een feestdag voor Maria der overwinning, en Gregorius XIII bevestigde dit feest en gaf daaraan de naam van Rozenkransfeest.

Zo werd ook in de vorige eeuw, eenmaal bij Temesvar in Hongarije, en eenmaal bij het eiland Corfu, een heerlijke overwinning op het Turkse leger behaald, en wel beide keren op een feestdag der verheven Maagd, nadat bij openbaar gebed de rozenkrans volgens godvruchtig gebruik gebeden was. Dit feit bewoog onze voorganger Clemens XI er toe, uit dankbaarheid het Rozenkransfeest als een jaarlijkse feestdag voor heel de Kerk voor te schrijven.

Daarom hebben de pausen het rozenkransgebed ten zeerste geprezen
Daar dus deze heilige gebedsvorm aan de H. Maagd klaarblijkelijk zo aangenaam is, en zulk een geschikt middel ter verdediging van Kerk en christenvolk, en ter verwerving van Gods weldaden in bijzondere of algemene nood, is het geen wonder, dat ook andere van Onze voorgangers er prijs op gesteld hebben aan die gebedswijze de hoogste lof te schenken en ze te verbreiden. Zo getuigde Urbanus IV «dat het christenvolk dagelijks door de rozenkrans weldaden te beurt vielen». Sixtus IV noemde dit gebed «een geschikt middel tot bevordering van de eer van God en van de H. Maagd, en tot afweer van de gevaren, die de wereld bedreigen». Leo X verklaarde, «dat het ingesteld was tegen de grote dwaalleraren en de voortwoekerende ketterijen». Julius III noemde het «een sieraad der Roomse Kerk». De H. Pius V zegt er van: «Na de verbreiding van deze manier van bidden werden de gelovigen, door de overwegingen die dit gebed bevat, verwarmd, en door de gebeden die het bevat, ontvlamd, spoedig in nieuwe mensen veranderd, trok de duisternis der ketterijen op en verrees het licht van het katholiek geloof.» Eindelijk verklaart Gregorius XIII, «dat de rozenkrans door de H. Dominicus is ingesteld om Gods toorn te bedaren en de tussenkomst der allerheiligste Maagd af te smeken».
Het rozenkransgebed in het heden - De nood is tegenwoordig even groot; daarom is het rozenkransgebed nu even aanbevelenswaardig
Door de gedachte aan dit alles geleid en door het voorbeeld Onze voorgangers bezield, vinden Wij het een uiterst praktisch idee in deze tijd plechtige gebedsoefeningen in te stellen, met het doel, door de aanroeping der verheven Maagd in het rozenkransgebed, juist zoals vroeger, hulp in onze noodwendigheden van Jesus Christus, haar Zoon, te verkrijgen. Gij kent, eerbiedwaardige broeders, het langdurige en zware lijden en strijden der Kerk door en door. De christelijke vroomheid, de openbare zedelijkheid, ja, het geloof zelf, het hoogste goed en het beginsel der overige deugden, zien wij met de dag aan ernstiger gevaren blootgesteld.
Ook kent gij Onze eigen moeilijke toestand en Onze verschillende drukkende zorgen, en dat niet alleen, maar uw liefde doet u daarin delen en laat ze u als het ware met Ons medevoelen. Het ergste ongeluk en verreweg de ernstigste reden tot droefheid is echter, dat zovele zielen, die door het bloed van Jesus Christus zijn vrijgekocht, zich door de wervelstorm der dwalingen van onze eeuw laten meesleuren, blindelings van kwaad tot erger vervallen en zich in het eeuwig verderf storten. Daarom is de behoefte aan goddelijke hulp tegenwoordig zeker niet minder groot dan in de tijd, waarin de grote Dominicus ter genezing van de kwalen der maatschappij het gebruik van de rozenkrans invoerde.
Welnu, die heilige zag het door hemelse verlichting duidelijk in: het snelst werkende geneesmiddel tegen de kwalen van zijn tijd zou men hebben, als de mensen door het dikwijls overwegen van het heil, dat Christus gebracht heeft, zouden terugkeren tot Hem, die de weg, de waarheid en het leven is, en als zij tot voorspreekster bij God de H. Maagd zouden kiezen, die het voorrecht gekregen heeft alle ketterijen te vernietigen. Daarom heeft hij de gebedsvorm van de heilige rozenkrans zo ingericht, dat men de geheimen van onze verlossing achtereenvolgens overdenkt en dat men tussen deze overwegingen een mystieke krans van Weesgegroeten invlecht, afgewisseld door een gebed tot God, de Vader van onze Heer Jesus Christus. Als Wij dus tegen eenzelfde soort van kwaal hetzelfde middel aanwenden, dan twijfelen Wij er niet aan, of dit gebed, dat door de grote heilige met zo heerlijke vrucht voor de katholieke wereld is ingevoerd, zal ook zeer veel bijdragen tot verlichting van de rampen van onze tijd.

Daarom sporen Wij alle christenen dringend aan, om in het openbaar of anders ieder in de besloten kring van huis en gezin, dat heilig rozenkransgebed met ijver te verrichten. Maar Wij willen nog meer. Het is ook Ons verlangen, dat heel de maand oktober van het lopende jaar aan de hemelse Koningin van de rozenkrans godvruchtig worde toegewijd.

Wij bepalen en bevelen dus, dat dit jaar in heel de katholieke wereld het feest der Moeder Gods van de Rozenkrans bijzonder feestelijk en luisterrijk gevierd zal worden, en dat men van 1 oktober a.s. tot 2 november daaraanvolgende in alle parochiekerken, en als de bisschoppen het nuttig en praktisch achten ook in andere kerken en kapellen, die aan de eer der Moeder Gods gewijd zijn, tenminste vijf tientjes van de rozenkrans met de litanie van Loreto godvruchtig zal bidden. Het is Onze wens, dat bij het samenkomen van het volk voor deze gebeden tegelijkertijd het H. Offer aan het altaar wordt opgedragen, ofwel het allerheiligst Sacrament ter aanbidding wordt uitgesteld, en dat tot slot van de godsdienstige bijeenkomst op de gebruikelijke wijze de zegen met het H. Sacrament zal gegeven worden. Het heeft ook Onze volle goedkeuring, dat de rozenkransbroederschappen naar de wijze van onze voorouders tot openbaar getuigenis van hun godsvrucht een plechtige processie houden door de straten der steden. Waar dit echter door de ongunst der tijden misschien niet mogelijk is, daar moge een grotere toeloop naar de kerken vergoeden, wat aan de openbare uitoefening van de godsdienst op dit gebied onttrokken is, en daar moge de vurige godsvrucht door des te ijveriger beoefening der christelijke deugden aan het licht treden.

De geestelijke gunsten door de paus verleend
Ten gunste van hen die Onze boven gegeven voorschriften nakomen, willen Wij de hemelse schatten der Kerk ontsluiten. Zij mogen daarin tegelijk een aansporing tot godsvrucht en een beloning er voor vinden. Aan allen dus, die gedurende de aangegeven tijd bij de openbare gebedsoefening van de rozenkrans met de litanie tegenwoordig zijn en tot Onze intentie bidden verlenen Wij telkenmale een aflaat van 7 jaren en 7 maal 40 dagen. Ook zij zullen deze gunst genieten, die wettig verhinderd zijn bij het bovengenoemd, openbaar gebed aanwezig te zijn, onder voorwaarde echter, dat zij deze godvruchtige oefening afzonderlijk verrichten en voor Onze intentie tot God bidden. Aan hen echter die gedurende de genoemde tijd ten minste tien maal, ofwel bij het openbaar gebed in de kerk, ofwel om wettige redenen afzonderlijk thuis die oefening verrichten, en na een waardige biecht de H. Communie ontvangen, verlenen Wij naar de wijze van een pauselijke aflaat kwijtschelding van alle strafschuld van hun zonden. Deze volle aflaat verlenen Wij ook aan allen, die ofwel op het feest zelf van de rozenkrans, ofwel op een dag onder het octaaf eveneens na een goede biecht en H. Communie in een of andere kerk volgens Onze intentie een godvruchtig gebed tot God en tot de Moeder Gods verrichten voor de noodwendigheden der Kerk.
Besluit - Aansporing tot de bisschoppen om de godsvrucht tot Maria, speciaal de rozenkransdevotie, te verbreiden
Welaan dan, eerbiedwaardige broeders, tracht in de mate, waarin de eer van Maria en het welzijn van de maatschappij u ter harte gaan, ook de verering van de H. Maagd bij uw onderhorigen te bevorderen en het vertrouwen op haar te vermeerderen. Wij voor Ons beschouwen het als een gunst van God, dat zelfs in deze voor de Kerk uiterst verwarde tijden bij het merendeel van het christenvolk de oude godsvrucht tot de H. Maagd in stand is gebleven en bloeit. Laten de christenen nu echter, opgewekt door Onze aansporingen, en door uw woorden aangevuurd, zich met dagelijks groter vurigheid stellen onder Maria's trouwe bescherming, zich meer en meer toeleggen op liefde voor de geregelde beoefening van het rozenkransgebed, dat bij onze vaderen in gebruik was, niet alleen als een krachtig hulpmiddel in de nood, maar ook als een heerlijk kenteken van christelijke godsvrucht. De hemelse Beschermster van het menselijk geslacht zal onze eenparige dringende smekingen gaarne aanvaarden, en zonder moeite zal zij verkrijgen, dat de goeden voortgang maken in de deugd, dat de afgedwaalden terugkeren tot de weg van het heil en tot inkeer komen, en dat God, de straffer van het kwaad, in genade en barmhartigheid alle gevaren afwere van Kerk en maatschappij en de vurig verlangde rust wedergeve.
Bede en zegen
Op deze hoop steunend smeken Wij met vurige beden uit de grond van ons hart dringend tot God, door de tussenkomst van haar, in wie Hij de volheid van alle goed heeft neergelegd, aan u, eerbiedwaardige broeders, in rijkste overvloed zijn hemelse goederen te verlenen. Als voorteken en onderpand daarvan schenken Wij aan u, aan uw geestelijkheid, en aan het volk dat aan de zorgen van eenieder uwer is toevertrouwd, van ganser harte de apostolische zegen.
Gegeven te Rome bij St. Pieter, de eerste september van het jaar 1883,
het zesde jaar van Ons pausschap

.Paus Leo XIII

Document

Naam: SUPREMI APOSTOLATUS OFFICIO
Over de verbreiding en versterking van de Rozenkransdevotie
Soort: Paus Leo XIII - Encycliek
Auteur: Paus Leo XIII
Datum: 1 september 1883
Copyrights: © 1941, Ecclesia Docens G&S 0116
Bewerkt: 21 juni 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test