Paus Benedictus XVI - 21 april 2010
Geliefde broeders en zusters,
Zoals u weet, heb ik voorbije zaterdag en zondag een apostolische reis op Malta gemaakt, waar ik vandaag kort wil bij stilstaan. De gelegenheid voor mijn pastoraal bezoek was de 1950e verjaardag van de schipbreuk die de apostel Paulus langs de kust van de Maltese archipel leed en van zijn verblijf op deze eilanden gedurende ongeveer drie maanden. Het gaat om een gebeuren dat kan gesitueerd worden rond het jaar 60 en dat met een overvloed aan bijzonderheden verteld wordt in het boek van de Handelingen van de Apostelen (Hand. 27-28). Zoals dit het geval was voor de heilige Paulus, heb ook ik de ervaring kunnen opdoen van het hartelijk onthaal door de Maltezen – werkelijk buitengewoon – en daarom druk ik opnieuw mijn diepste en hartelijkste dankbaarheid uit tegenover de president van de Republiek, de regering en de andere autoriteiten van de Staat en dank ik broederlijk de bisschoppen van het land en iedereen die geholpen heeft bij de voorbereiding van deze feestelijke ontmoeting tussen de opvolger van Petrus en het Maltese volk. De geschiedenis van dat volk is reeds tweeduizend jaar bijna, onafscheidelijk met het katholieke geloof verbonden, dat de cultuur en tradities ervan tekent: men zegt dat op Malta tenminste 365 kerken staan, “één voor iedere dag van het jaar”, een zichtbaar teken van dit diepe geloof!
Alles begon met die schipbreuk: nadat het gedurende 14 dagen afgedreven was, is het schip dat de apostel Paulus en vele andere mensen naar Rome bracht, door de wind gestrand op een zandbank voor het eiland Malta. Daarom ben ik na de zeer hartelijke ontmoeting met de president van de Republiek in de hoofdstad La Valetta – dat als mooi kader de blije begroeting had van talrijke jongens en meisjes - onmiddellijk op bedevaart gegaan naar wat men de “grot van de heilige Paulus” noemt, bij Rabat, voor een intens gebedsmoment. Daar kon ik ook een grote groep Maltese missionarissen ontmoeten. De gedachte aan deze kleine archipel te midden van de Middellandse Zee en aan de manier waarop het zaad van het Evangelie er toekwam, wekt een gevoel op van grote verwondering tegenover de mysterieuze plannen van de Goddelijke Voorzienigheid: men dankt spontaan de Heer en ook de heilige Paulus die te midden van deze geweldige storm, het vertrouwen en de hoop bewaarde en ook overbracht op zijn reisgezellen. Uit deze schipbreuk, of eerder uit het verblijf van Paulus op Malta dat erop volgde, is een vurige en hechte christengemeenschap ontstaan, die na tweeduizend jaar nog steeds trouw is aan het Evangelie en moeite doet om het met de complexe kwesties van deze tijd te verenigen. Dat is natuurlijk niet altijd gemakkelijk noch evident, maar het Maltese volk weet in de christelijke levensvisie de antwoorden te vinden op de nieuwe uitdagingen. Het feit bijvoorbeeld, dat het een diep respect bewaard heeft voor het ongeboren leven en het sacrale karakter van het huwelijk, door abortus en echtscheiding niet op te nemen in de juridische grondwet van het land, is daarvan een teken.
Daarom had mijn reis tot doel de Kerk op Malta in het geloof te bevestigen. Zij is een zeer levendige instelling, goed gestructureerd en aanwezig op het grondgebied van Malta en Gozo. Heel deze gemeenschap was in Floriana aanwezig op de Graanmarkt voor de kerk van de Heilige Publius, waar ik de mis heb opgedragen waaraan met grote vurigheid werd deelgenomen. Het was voor mij een reden tot vreugde en ook een troost, de bijzondere hartelijkheid van dit volk te voelen dat de indruk gaf een grote familie te zijn, verzameld door het geloof en de christelijke levensvisie. Na de viering heb ik meerdere personen willen ontmoeten die het slachtoffer waren van misbruik door leden van de geestelijkheid. Ik heb met ontroering hun leed gedeeld, ik heb met hen gebeden en hen verzekerd van de inzet van de Kerk.
Als Malta het gevoel geeft van een grote familie, moet men niet denken dat het door zijn geografische ligging “geïsoleerd” is van de wereld. Dat is niet het geval en men ziet het bij voorbeeld aan de contacten die Malta met verschillende landen onderhoudt en aan het feit dat men in vele landen Maltese priesters vindt. De gezinnen en parochies van Malta hebben hun talrijke jongeren namelijk weten op te voeden met zin voor God en voor de Kerk, zodat velen onder hen Jezus’ roep edelmoedig hebben beantwoord en priester zijn geworden. Onder hen hebben velen het engagement op zich genomen missionaris “ad gentes” te worden, in verre landen, omdat zij de apostolische geest geërfd hebben die de heilige Paulus stuwde om het Evangelie te brengen waar het nog niet gekomen was. Het gaat om een aspect dat ik met genoegen herhaal, namelijk dat “het geloof bevestigd wordt als men het geeft” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 2. In dit geloof geworteld, heeft Malta zich ontwikkeld en staat open voor de diverse economische, sociale en culturele situaties waartoe het een kostbare bijdrage levert.
Het is duidelijk dat Malta dat zich in de loop der eeuwen dikwijls heeft moeten verdedigen – het is aan zijn vestingen te merken. De strategische positie van de kleine archipel trok vanzelfsprekend de aandacht van verschillende politieke en militaire machten. Toch is de diepste roeping van Malta de christelijke roeping, namelijk de universele roeping tot vrede! Het beroemde Maltezer kruis, dat iedereen met deze natie in verband brengt, heeft bij zoveel conflicten en confrontaties gewapperd; maar dank zij God heeft het nooit zijn authentieke en eeuwige betekenis verloren: het is het teken van liefde en verzoening en dat is de ware roeping van de volken die de christelijke boodschap ontvangen en aanvaarden.
De uitdaging om de complexiteit van onze tijd te verenigen met de eeuwige geldigheid van het Evangelie, is voor alle mensen fascinerend, maar vooral voor jongeren. De nieuwe generaties voelen het inderdaad sterker aan en om die reden verlangde ik op Malta, ondanks de korte duur van mijn bezoek, ook een ontmoeting met jongeren. Het was een ogenblik van intense en diepe dialoog, die nog mooier werd door de sfeer waarin het verliep – de haven van La Valetta – en door het enthousiasme van de jeugd. Ik kon niet nalaten hen te herinneren aan de jeugdervaring van de heilige Paulus: een buitengewone, unieke ervaring maar toch in staat om nieuwe generaties van alle tijden aan te spreken, omwille van de radicale transformatie die volgde op de ontmoeting met de verrezen Christus. Ik zie de jeugd van Malta dus als potentiële erfgenamen van het spiritueel avontuur van de heilige Paulus, geroepen zoals hij om de schoonheid te ontdekken van Gods liefde die ons in Jezus Christus gegeven werd, om het mysterie van Zijn kruis te omhelzen, om precies in beproevingen en bij tegenspoed te overwinnen, om geen angst te hebben van de “stormen” van het leven noch van schipbreuk, omdat Gods liefdesplan groter is dan stormen en schipbreuk.