Paus Benedictus XVI - 15 april 2010
Geliefde Broeders in het Bisschopsambt,
Jullie ‘Ad limina’-bezoek heeft plaats in de sfeer van Pasen, een sfeer van lofprijzing en jubel die de gehele Kerk verbindt, getooid in het schitterende licht van de Verrezen Christus. In Hem heeft de mensheid de dood overwonnen en de laatste etappe voltooid van haar opgaan naar de hemelse regionen Vgl. Ef. 2, 6 . Nu kan Jezus vrijelijk terugkeren op zijn stappen en zijn broeders ontmoeten hoe, wanneer en waar Hij wil. In Zijn naam ben ik verheugd jullie te begroeten, toegewijde herders van de Kerk van God die rondgaan in de Regio Noord 2 van Brazilië en dit met de begroeting van de Heer toen Hij zich als verrezen aanboodt aan zijn Apostelen en gezellen: “Vrede zij met u” (Lc. 24, 36).
Hoezeer zijn van dit alles verwijderd diegenen die, in naam van de inculturatie, terechtkomen in het syncretisme door in de viering van de Heilige Mis riten te introduceren uit andere religies en uit culturele eigenheden Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie, Redemptionis Sacramentum (25 mrt 2004), 79. Het Eucharistisch Mysterie is “een te grote gave” – zo schreef mijn vereerde voorganger Paus Johannes Paulus II - “om tweespalt en minimalisering te accepteren”, in het bijzonder wanneer het “berooft van zijn offerkarakter, wordt beleefd alsof het niet de zingeving en de waarde van een bijeenkomst van een gezellig eten overstijgen” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 10.
Aan de basis van de verschillende motieven die aangebracht worden, ligt een mentaliteit die niet in staat is de mogelijkheid van een werkelijke, goddelijke tussenkomst in deze wereld tot hulp van de mens, te aanvaarden. Maar, de mens “ervaart dat hij niet in staat is om de aanvallen van het kwaad uit zich zelf afdoend te overwinnen, zodat iedereen zich als het ware geketend voelt" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 13. De belijdenis van een verlossende tussenkomst van God om deze toestand van vervreemding en zonde te veranderen wordt door hen die het deïsme aanhangen gezien als fundamentalistisch en hetzelfde oordeel wordt gegeven ten aanzien van een sacramenteel teken dat het verlossend offer aanwezig stelt. In hun ogen zou de viering van een teken dat beantwoordt aan een vaag sentiment van de gemeenschap méér aanvaardbaar zijn.
Echter, de eredienst kan niet ontstaan uit onze verbeelding; dat zou een schreeuw in de duisternis of een eenvoudige zelfbevestiging zijn. De echte liturgie vooronderstelt dat God antwoordt en ons toont hoe wij Hem kunnen aanbidden. “De Kerk kan het mysterie van Christus die in de Eucharistie aanwezig is, vieren en aanbidden, juist omdat Christus zelf zich als eerste voor de Kerk gegeven heeft in het offer van het Kruis”. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Het Sacrament van de Liefde - Over de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk, Sacramentum Caritatis (22 feb 2007), 14. De Kerk leeft van deze aanwezigheid en heeft als bestaansrecht om deze aanwezigheid over geheel de wereld te verspreiden.