Paus Benedictus XVI - 2 april 2010
Dierbare broeders en zusters,
Met een ontroerend en bezielend gebed hebben we vanavond de Kruisweg afgelegd. Met Jezus liepen we de Calvariëberg op. We hebben nagedacht over Zijn lijden. We hebben herontdekt hoe sterk de liefde is die Hij voor ons had en heeft. Maar op dit moment willen we ons niet beperken tot een mededogen die alleen door onze gevoelens van zwakte wordt ingegeven. We willen ons juist deel voelen van het lijden van Jezus. We willen onze Meester begeleiden en Zijn passie delen in ons leven. In het leven binnen de Kerk. In het leven in de wereld. Want we weten dat juist in het kruis van de Heer, in de grenzeloze liefde die zichzelf helemaal geeft, de bron van genade te vinden is, van bevrijding, vrede en redding.
Vanavond hebben we Jezus aanschouwd met Zijn gezicht vol lijden. We zagen hoe Hij bespot werd en beledigd. Hij was mismaakt door de zonden van de mens. Morgenavond aanschouwen we Zijn gezicht vol stralende, lichtende vreugde. Vanaf het moment dat Jezus in het graf lag zijn het graf en de dood geen plekken zonder hoop meer waar de geschiedenis eindigt in een totale mislukking, waar de mens de uiterste grenzen van zijn onmacht bereikt. Goede Vrijdag is de dag van de grootste hoop die aan het kruis tot wasdom is gekomen terwijl Jezus sterft, terwijl Hij Zijn laatste adem uitblaast en met luide stem uitschreeuwt: "Vader in uw handen leg Ik mijn geest". (Lc. 23, 46) Hij “geeft” Zijn bestaan over. Hij legt het in handen van Zijn Vader in de wetenschap dat Zijn dood een bron van leven wordt. Zoals het zaadje in de aarde moet openbreken opdat de plant kan groeien. “Als de graankorrel die in de aarde is gevallen niet sterft, blijft hij alleen. Maar als hij sterft, draagt hij heel veel vrucht”. (Joh. 12, 24) Jezus is die graankorrel die in de aarde valt en openbarst, sterft en daarom vrucht kan dragen. Vanaf de dag waarop Christus is verrezen is het kruis, dat een teken leek van verlating, van eenzaamheid, van mislukking, een nieuw begin geworden. Uit de diepte van de dood ontwaakt de belofte van het eeuwig leven. Op het kruis straalt al de zegevierende pracht van de dageraad van de dag van Pasen.
In de stilte van deze nacht, in de stilte waarin Stille Zaterdag is gehuld, getroffen door de grenzeloze liefde van God, leven we in afwachting van het aanbreken van de derde dag. De dageraad van de overwinning van de liefde van God, de dageraad van het licht die de ogen van ons hart in staat stelt om, op een nieuwe manier te kijken naar het leven, de problemen en het lijden. Onze mislukkingen, onze teleurstellingen, ons verdriet, die het instorten van alles lijken te markeren, worden verlicht door de hoop. De liefde van het kruis wordt door de Vader bevestigd. En het fonkelende licht van de verrijzenis omhult ons in alles en verandert ons. Vriendschap kan uit verraad groeien. Vergeving uit ontkenning. Liefde uit haat.
Heer, geef dat wij met liefde ons kruis kunnen dragen. Onze dagelijkse kruisen in de zekerheid dat ze worden verlicht door de glans van uw Pasen.
Amen.