H. Paus Johannes Paulus II - 7 oktober 2004
Zonder enige twijfel is de meest in het oog springende dimensie van de Eucharistie die van de maaltijd. De Eucharistie is op de avond van Witte Donderdag ontstaan in de context van het paasmaal. Daarom staat het maaltijdkarakter in haar structuur ingegrift: "Neemt en eet... Daarna nam Hij de beker en ... reikte hen die toe met de woorden: Drinkt allen hieruit..." (Mt. 26, 26.27). Dit aspect laat goed uitkomen dat God met ons een band wil aangaan van gemeenschap (communio), een band die wij ook met elkaar moeten ontwikkelen.
Toch mag niet worden vergeten dat de eucharistische maaltijd ook ten diepste en primair een offerkarakter draagt. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 10 Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Het Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie, Redemptionis Sacramentum (25 mrt 2004), 38 Christus stelt daarin voor ons het offer tegenwoordig dat eens voor al op Golgotha werd gebracht. Ook al is Hij er als Verrezene tegenwoordig, toch draagt Hij de tekenen van zijn lijden, waarvan elke Heilige Mis de gedachtenis (memoriale) vormt, zoals de liturgie ons herinnert bij de acclamatie na de consecratie: "Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden ... dat Gij verrezen zijt." Terwijl zij enerzijds wat in het verleden gebeurd is, in het heden tegenwoordig stelt, richt de Eucharistie ons ook op wat nog staat te gebeuren: de definitieve komst van Christus aan het einde van de geschiedenis. Dit "eschatologische" aspect geeft aan het Sacrament van de Eucharistie een impliciete dynamiek, wat aan de christelijke weg de vaart verleent van de hoop.