
H. Paus Johannes Paulus II - 30 april 2001
Na onze goedkeuring van het Congregatie voor de Geloofsleer
Agendi ratione in doctrinarum examine
Decreet over doctrinaire onderzoeken (29 juni 1997), was het daarenboven noodzakelijk meer precies te definiëren “de meest zware delicten die tegen de zeden of bij de viering van de Sacramenten zijn begaan”, waarvoor de competentie exclusief blijft toebehoren aan de Congregatie voor de Geloofsleer, en ook de bijzondere procedurele regels “om kerkrechtelijke sancties af te kondigen en op te leggen.”