
H. Paus Johannes Paulus II - 30 april 2001
De bescherming van de heiligheid van de Sacramenten, en vooral van de Allerheiligste Eucharistie en de Biecht, als ook de vrijwaring van de gelovigen, geroepen tot deelname aan God in de observantie van het zesde gebod van de Catechismus-Compendium
Tien Geboden
(), verlangen dat, omwille van de zorg voor zieleheil, “dat in de Kerk steeds de hoogste wet moet zijn” Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1752, de Kerk zelf tussenkomt met haar eigen pastorale zorg om de gevaren van schending te voorkomen.
Reeds in het verleden is hierin door Onze Voorgangers voorzien geworden door gepaste Apostolische Constituties over de heiligheid van de Sacramenten, en in het bijzonder van de Biecht, zoals door de constitutie van Paus Benedictus XIV Paus Benedictus XIV - Apostolische Constitutie
Sacramentum Poenitentiae (1 juni 1741) van 1 juni 1741; ook de canones van de Wetboek
Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), afgekondigd in 1917, tezamen met hun bronnen, waardoor kerkelijke sancties waren vastgelegd tegen delicten van deze soort, waren op hetzelfde doel gericht. Vgl. Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 817.2316.2320.2322.2368.2369