De zojuist gegeven korte analyse helpt ons om beter de
nieuwheid te schatten van de encycliek, welke nader aangeduid kan worden in
drie punten. Het
eerste wordt gevormd door
het feit zelf van een document dat uitgegeven is door de hoogste autoriteit van de katholieke Kerk en bestemd is zowel voor de Kerk zelf als voor 'alle mensen van goede wil'
Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 1 over een onderwerp dat op het eerste gezicht alleen
economisch en
sociaal is: de
ontwikkeling van de volken. De term 'ontwikkeling' is hier ontleend aan het vocabularium van de economische en sociale wetenschappen. In dit opzicht sluit de encycliek
H. Paus Paulus VI - Encycliek
Populorum Progressio
Over de ontwikkeling van de volken
(26 maart 1967) onmiddellijk aan op de encycliek
Paus Leo XIII - Encycliek
Rerum Novarum
Over kapitaal en arbeid
(15 mei 1891), die handelt over de 'conditie van de arbeiders'
Paus Leo XIII, Encycliek, Over kapitaal en arbeid, Rerum Novarum (15 mei 1891). gaat over "de situatie van de arbeiders". Oppervlakkig gezien lijken beide thema's buiten het terrein te vallen van de rechtmatige zorg van de Kerk, gezien als
godsdienstige instelling; de 'ontwikkeling' zelf nog meer dan de 'conditie van de arbeiders'. In de lijn van de encycliek van Leo XIII moet men aan het document van Paulus VI de verdienste toekennen het
ethische en culturele benadrukt te hebben van problematiek die verband houdt met de ontwikkeling, en eveneens de rechtmatigheid en de noodzaak van de interventie van de Kerk op dat gebied.
Daarmee heeft de christelijke sociale leer nogmaals haar karakter opgeëist van toepassing van het woord Gods op het leven van de mensen en de maatschappij, alsook op de aardse realiteiten die daarmee verbonden zijn, terwijl zij 'beginselen tot bezinning', 'beoordelingsnormen' en 'richtlijnen tot handelen' aanreikt Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Over de christelijke vrijheid en bevrijding, Libertatis conscientia (22 mrt 1986), 72 Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Brief, Aan Maurice Kardinaal Roy, bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Rerum Novarum, Octogesima Adveniens (14 mei 1971), 4. Welnu, deze drie elementen vindt men terug in het document van Paulus VI, met een voornamelijk praktische oriëntering, nl. gericht op het zedelijk gedrag.
Men kan de Kerk dus niet beschuldigen van overschrijding van haar specifieke terrein van bevoegdheid en nog minder van overschrijding van de opdracht die zij van de Heer ontvangen heeft, als zij zich interesseert voor de ontwikkeling van de volken.