H. Paus Johannes Paulus II - 30 december 1987
Maar de Kerk is "deskundig in menselijkheid" Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 13 en dit spoort haar aan haar godsdienstige zending noodzakelijkerwijs uit te strekken tot de verschillende gebieden waarop mannen en vrouwen hun activiteiten ontplooien, op zoek naar het altijd relatieve geluk in deze wereld, in overeenstemming met hun persoonlijke waardigheid. Naar het voorbeeld van mijn voorgangers moet ik herhalen dat wat, zoals de authentieke ontwikkeling, de waardigheid van de mens en volken raakt, niet gereduceerd kan worden tot een "technisch probleem". De ontwikkeling zou ontledigd worden van haar echte wezen als zij daartoe gereduceerd werd, en men zou verraad plegen aan de mens en de volken tot wier dienst haar volle verwerkelijking gesteld moet worden.
Ziedaar waarom de Kerk een woord te zeggen heeft, nu zoals twintig jaar geleden en ook in de toekomst, over de aard, de voorwaarden, de eisen en de doeleinden van de authentieke ontwikkeling en eveneens over de obstakels die haar belemmeren. De Kerk vervult zodoende de zending van evangelisatie, aangezien zij haar eerste bijdrage tot de oplossing van het dringende probleem van de ontwikkeling levert als zij de waarheid over Christus, over zichzelf en over de mens verkondigt en toepast op een concrete situatie Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, De beginselen van de geloofsverkondiging, Tot de Bisschoppen van Latijns-Amerika bij de Opening van hun derde conferentie in Puebla (Mexico) (28 jan 1979).
De Kerk gebruikt als werktuig om het doel te bereiken haar sociale leer. Een meer nauwkeurige kennis en een ruimere verspreiding van het "geheel van de beginselen tot bezinning, de beoordelingsnormen en de richtlijnen tot handelen" die door haar leer voorgehouden worden Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Over de christelijke vrijheid en bevrijding, Libertatis conscientia (22 mrt 1986), 72 Vgl. H. Paus Paulus VI, Apostolische Brief, Aan Maurice Kardinaal Roy, bij gelegenheid van de 80ste verjaardag van Rerum Novarum, Octogesima Adveniens (14 mei 1971), 4, zal in de huidige moeilijke omstandigheden van groot nut zijn zowel voor de juiste aanpak als voor de beste oplossing van de problemen.
Zo zal men onmiddellijk zien dat de vraagstukken waarvoor wij staan, vooral morele vraagstukken zijn en dat noch de analyse van het probleem van de ontwikkeling als zodanig noch de middelen om de huidige moeilijkheden te overwinnen kunnen voorbijgaan aan deze wezenlijke dimensie.
De sociale leer van de Kerk is geen "derde weg" tussen liberalistisch kapitalisme en marxistisch collectivisme en ook geen mogelijk alternatief voor andere minder radicaal tegengestelde oplossingen; zij vormt een categorie op zich. Zij is ook geen ideologie, maar de nauwkeurige formulering van de resultaten van een aandachtige reflectie over de ingewikkelde realiteiten van het menselijke bestaan in de maatschappij en in de internationale context in het licht van het geloof en van de Kerkelijke traditie. Haar voornaamste doel is de interpretatie van die realiteiten en het onderzoek van de overeenstemming of het verschil ervan met de lijnen van het onderricht van het Evangelie over de mens en over zijn aardse en tevens transcendente roeping; om dus het christelijke gedrag te oriënteren. Zij behoort daarom niet tot het gebied van de ideologie, maar tot dat van de theologie en vooral van de moraaltheologie.
Het onderricht en de verspreiding van de sociale leer maken deel uit van de zending van de Kerk om te evangeliseren. En omdat het gaat om een leer die gericht is op het leiden van het gedrag van de personen, volgt daaruit dus de "inzet voor de rechtvaardigheid" volgens de rol, de roeping en de omstandigheden van een ieder.
Tot de uitoefening van de dienst van de evangelisatie op sociaal gebied, welke een aspect is van de profetische taak van de Kerk, behoort ook het aanklagen van het kwaad en de onrechtvaardigheid. Maar het is goed te verduidelijken dat het verkondigen steeds belangrijker is dan het aanklagen, en het laatste kan niet afzien van het eerste, dat er de echte sterkte aan geeft en de kracht van de hoogste motivering.