H. Paus Johannes Paulus II - 30 december 1987
In het licht van het geloof streeft de solidariteit ernaar zichzelf te overstijgen en de specifiek christelijke dimensies van de volledige onbaatzuchtigheid, de vergeving en de verzoening aan te nemen. De naaste is dan niet slechts een menselijk wezen met zijn rechten en fundamentele gelijkheid ten opzichte van allen, maar hij wordt het levende beeld van God de Vader dat vrijgekocht is door het bloed van Jezus Christus en onder de blijvende inwerking van de heilige Geest is gesteld. Daarom moet hij, ook als hij vijand is, bemind worden met dezelfde liefde waarmee de Heer hem bemint, en men moet voor hem bereid zijn tot het offer, ook het hoogste: "zijn leven geven voor zijn broeders". Vgl. 1 Joh. 3, 16 Het bewustzijn dat God ons aller Vader is en dat alle mensen broeders in Christus zijn, "kinderen in de Zoon", het bewustzijn ook van de tegenwoordigheid en de levendmakende werking van de heilige Geest zal aan onze kijk op de wereld een nieuw criterium van interpretatie geven. Boven de reeds zo sterke en nauwe menselijke en natuurlijke banden uit onderscheidt men in het licht van het geloof een nieuw model van eenheid van de mensheid waardoor de solidariteit zich in laatste instantie moet laten inspireren. Dit hoogste model van eenheid, dat een weerspiegeling is van het innerlijke leven van God die één is in drie Personen, is het model dat wij, christenen, aanduiden met het woord "communio". Deze gemeenschap die specifiek christelijk is en met de hulp van de Heer zorgvuldig bewaakt, uitgebreid en verrijkt wordt, is de ziel van de roeping van de Kerk om "sacrament" te zijn in de reeds vermelde zin.
De solidariteit moet dus bijdragen tot de verwezenlijking van dit goddelijke plan, zowel op individueel vlak als op dat van de nationale en internationale maatschappij. De verkeerde mechanisme en de "zondige structuren", waarover wij gesproken hebben, zullen alleen overwonnen kunnen worden door middel van de beoefening van de menselijk en christelijke solidariteit, waartoe de Kerk uitnodigt en die zij onvermoeibaar bevordert. Alleen zo zullen de vele positieve krachten zich volledig kunnen ontplooien ten gunste van de ontwikkeling en de vrede.
Vele door de Kerk gecanoniseerde heiligen bieden bewonderenswaardige getuigenissen van die solidariteit en kunnen tot voorbeeld strekken in de huidige moeilijke omstandigheden. Onder hen wil ik de heilige Petrus Claver vermelden die zijn leven in dienst gesteld heeft van de slaven van Cartagena de Indias, en de heilige Maximilianus Maria Kolbe die zijn leven gegeven heeft voor een hem onbekende gevangene in het concentratiekamp Auschwitz.