H. Paus Johannes Paulus II - 30 december 1987
Daar wij ons voor een samenstel van ongetwijfeld ingewikkelde factoren bevinden, is het niet mogelijk hier tot een volledige analyse te komen. Maar men kan niet stilzwijgend voorbijgaan aan een opvallend feit van het politieke kader dat de periode na de Tweede Wereldoorlog kenmerkt en een niet te verwaarlozen factor is in het verloop van de ontwikkeling van de volken. Wij bedoelen het bestaan van twee tegenover elkaar staande blokken, die algemeen aangeduid worden met de conventionele namen van Oost en West. De reden van deze benaming is niet zuiver politiek, maar ook, om zo te zeggen, geopolitiek. Elk van de twee blokken streeft naar de in- of aansluiting van andere landen of groepen van landen met verschillende graden van aansluiting of deelneming. De tegenstelling is vooral politiek voorzover elk blok zichzelf vindt in een systeem van organisatie van de maatschappij en van machtsuitoefening dat een alternatief voor het andere wil zijn. De politieke tegenstelling vindt op haar beurt haar oorsprong in een diepere tegenstelling die van ideologische aard is. In het Westen bestaat er namelijk een systeem dat historisch gezien geïnspireerd wordt door beginselen van het liberalistisch kapitalisme zoals het zich ontwikkeld heeft in de vorige eeuw met de industrialisering; in het Oosten is er een systeem dan geïnspireerd wordt door het marxistisch collectivisme, dat voortgekomen is uit de interpretatie van de conditie van de proletarische klassen in het licht van een speciale uitleg van de geschiedenis. De twee ideologieën die zich beroepen op twee zeer verschillende visies op de mens, op zijn vrijheid en op zijn maatschappelijke rol, bieden en bevorderen op economische plan antithetische vormen van organisatie van het werk en van eigendomsstructuren, vooral wat de zogenaamde productiemiddelen betreft.
Het was onvermijdelijk dat de ideologische tegenstelling door de ontwikkeling van tegenstrijdige machtssystemen en -centra met eigen vormen van propaganda en indoctrinatie evolueerde in een groeiende militaire tegenstelling en twee blokken van gewapende macht deed ontstaan, waarvan elk wantrouwen en angst koestert voor de overmacht van de ander.
De internationale betrekkingen moesten op hun beurt de gevolgen ondervinden van deze 'logica van de blokken' en van de respectieve 'invloedssferen'. De spanning tussen de twee blokken, die voortgekomen is uit de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog, heeft de volgende veertig jaren geheel beheerst; nu eens heeft zij het karakter aangenomen van een koude oorlog, dan weer dat van een oorlog bij volmacht door gebruikmaking van plaatselijke conflicten en soms heeft zij de mensen hun adem doen inhouden en hun harten beklemd door de dreiging van een openlijke en totale oorlog.
Ook al lijkt dat gevaar voor het ogenblik verwijderd te zijn, alhoewel niet geheel verdwenen, en ook al is men tot een eerste overeenkomst gekomen over de vernietiging van een bepaald type atoombewapening, toch zijn het bestaan en de tegenstelling van de blokken nog steeds een reëel en verontrustend feit, dat het beeld van de wereld blijft bepalen.