H. Paus Johannes Paulus II - 30 december 1987
Allen zijn zich bewust van de actualiteit en de toenemende ernst van dat verschijnsel in de geïndustrialiseerde landen De recente <i>Etude sur l'Economie mondiale 1987</i>, gepubliceerd door de Verenigde Naties, bevat de laatste gegevens daarover (vgl. pp. 8-9). Het percentage werklozen in de ontwikkelde landen met een markteconomie is gestegen met 3% van de arbeidskrachten in 1970 tot 8% in 1986. Er zijn thans 29 miljoen werklozen.. Het lijkt alarmerend in de ontwikkelingslanden met hun hoge cijfer van bevolkingsgroei en hun menigte van jonge mensen, terwijl in de landen met een hoge economische ontwikkeling de bronnen van arbeid zich lijken te sluiten, zodat de mogelijkheden van werk verminderen in plaats van toe te nemen. Ook dit verschijnsel, met zijn reeks negatieve gevolgen op individueel en maatschappelijk vlak, vanaf de degradatie tot aan het verlies van de eerbied die iedere man of vrouw aan zichzelf verplicht is, dwingt ons ernstig het soort ontwikkeling te onderzoeken dat in de loop van deze twintig jaren nagestreefd is. Wat dit betreft is de overweging van de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Laborem Exercens
Op de negentigste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum
(14 september 1981) meer dan ooit op haar plaats:
"Men moet er de nadruk op leggen dat het meest constitutieve element en tegelijk de meest geschikte verifiëring van deze vooruitgang in de geest van rechtvaardigheid en vrede, welke de Kerk verkondigt en waarvoor zij niet ophoudt te bidden ... juist de voortdurende herwaardering van de menselijke arbeid is, hetzij onder het opzicht van zijn objectieve doelstelling hetzij onder het aspect van de waardigheid van het subject van iedere arbeid dat de mens is". "Men moet" daarentegen "getroffen worden door een verbijsterend feit van onmetelijke omvang", nl. dat "er scharen mensen zijn die geen werk of geen geschikt werk hebben ... een feit dat zonder twijfel aantoont dat er zowel binnen de afzonderlijke staatkundige gemeenschappen als in hun onderlinge betrekkingen op continentaal en mondiaal vlak met betrekking tot de organisatie van de arbeid en de werkgelegenheid iets is dat niet functioneert, juist op de kritieke punten van groot maatschappelijk belang" H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Op de negentigste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Laborem Exercens (14 sept 1981), 18.
Dit verschijnsel vormt, zoals het voorafgaande, vanwege zijn universeel en in zekere zin vermenigvuldigend karakter een door zijn negatief gewicht buitengewoon sprekend teken van de toestand en de kwaliteit van de ontwikkeling van de volken waarvoor wij nu staan.