De eerste
negatieve constatering die men moet maken, is het voortduren en dikwijls het breder worden van de
kloof tussen het gebied van het zogenaamde Noorden dat ontwikkeld is, en het Zuiden dat bezig is zich te ontwikkelen. Deze geografische terminologie vormt slechts een aanwijzing, want men mag niet vergeten dat de grenzen tussen rijkdom en armoede evenzeer door de ontwikkelde maatschappijen heen lopen als door die welke bezig zijn zich te ontwikkelen. Zoals er in de rijke landen maatschappelijke ongelijkheid bestaat tot aan het niveau van armoede toe, zo ziet men op parallelle wijze in de minder ontwikkelde landen niet zelden uitingen van egoïsme en vertoon van rijkdom die even verbijsterend als ergerlijk zijn. Aan de overvloed van goederen en diensten die in sommige delen van de wereld ter beschikking staan, vooral in het ontwikkelde Noorden, beantwoordt een ontoelaatbare achterstand in de geopolitieke zone van het Zuiden, waar juist het grootste deel van de mensheid leeft. Als men de gamma van de verschillende sectoren bekijkt - productie en distributie van de levensmiddelen, hygiëne, gezondheid en woning, beschikbaarheid van drinkwater en arbeidsvoorwaarden, in het bijzonder die van vrouwen, levensduur en andere economische en sociale aanwijzingen - dan blijkt het algemeen beeld bedroevend, zowel op zichzelf beschouwd als in verhouding tot de overeenkomstige gegevens van de meer ontwikkelde landen. Het woord 'kloof' keert vanzelf terug op de lippen. Misschien is dat niet het meest juiste woord om de echte werkelijkheid aan te duiden, want het kan de indruk geven van een
statisch verschijnsel. Dat is het niet. Op de weg van de ontwikkelde landen en op die van de ontwikkelingslanden heeft in deze jaren een verschillende
graad van versnelling plaatsgevonden die leidt tot verbreding van de afstanden. De ontwikkelingslanden, vooral de meest arme, komen zo in een situatie van zeer ernstige achterstand terecht.
Daaraan moet nog de verschillen in cultuur en in waardesystemen tussen de verschillende bevolkingsgroepen toegevoegd worden, die niet altijd samenvallen met de graad van economische ontwikkeling, maar bijdragen tot het scheppen van afstanden. Dit zijn de elementen en aspecten die het sociale vraagstuk veel ingewikkelder maken, juist omdat het mondiale afmetingen aangenomen heeft. Als men de verschillende delen van de wereld ziet, die gescheiden zijn door de toenemende breedte van die kloof, en bemerkt dat ieder deel een eigen koers lijkt te varen en eigen plannen uitvoert, dan begrijpt men waarom men in de gangbare taal spreekt van verschillende werelden binnen onze ene wereld: Eerste Wereld, Tweede Wereld, Derde Wereld en soms ook Vierde Wereld De uitdrukking "Vierde Wereld" is niet zozeer gebruikt voor de zogenoemde minder ontwikkelde landen, maar ook en in het bijzonder voor de beknelling van grote of extreme armoede in landen met een gemiddeld of hoog inkomen.. Dergelijke uitdrukkingen, die er zeker geen aanspraak op maken op uitputtende wijze alle landen te klasseren, lijken veelzeggend. Zij zijn het teken van het wijdverbreide gevoel dat de eenheid van de wereld, met andere woorden de eenheid van de mensheid, ernstig gevaar loopt. Die zegwijze verbergt achter haar min of meer objectieve waarde ongetwijfeld een morele inhoud, waartegenover de Kerk, die "sacrament, dat wil zeggen het teken en het instrument... van de eenheid van heel het menselijk geslacht" is 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 1, niet onverschillig kan blijven.