Paus Benedictus XVI - 30 september 2010
Het Woord van God zet de mens aan tot relaties die worden bezield door rechtschapenheid en gerechtigheid, en getuigt van de kostbare waarde voor God van alle inspanningen van de mens om de wereld eerlijker en bewoonbaarder te maken. Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 39 Het is hetzelfde Woord van God dat onrecht ondubbelzinnig aan de kaak stelt en solidariteit en gelijkheid propageert. Vgl. Paus Benedictus XVI, Boodschap, Boodschap bij gelegenheid van Wereld Vrede Dag 2009, Armoede bestrijden, werken aan vrede (8 dec 2008) Laten wij dus in het licht van de woorden van de Heer “de tekenen van de tijd”, aanwezig in de geschiedenis, herkennen, niet de inzet uit de weg gaan ten gunste van allen die lijden en het slachtoffer zijn van egoïsme. De synode heeft eraan herinnerd dat de inzet voor de gerechtigheid en de verandering van de wereld essentieel is voor de evangelisatie. Zoals Paus Paulus VI zei, gaat het erom “door de kracht van het evangelie door te dringen tot en als het ware een omwenteling te bewerken in de beoordelingscriteria, de bepalende waarden, de punten die de belangstelling hebben, de denkwijzen, de inspiratiebronnen en levensmodellen van de mensheid, die in strijd zijn met het Woord van God en met zijn heilsplan”. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 19
Met dit doel hebben de synodevaders in het bijzonder aandacht besteed aan allen die zich inzetten in het politieke en maatschappelijke leven. De evangelisatie en de verspreiding van het Woord van God moet hun activiteit in de wereld inspireren tot het zoeken naar het ware welzijn van allen, met respect en ter bevordering van de waardigheid van iedere persoon. Zeker, het is niet de directe taak van de Kerk om een rechtvaardigere maatschappij te scheppen, ook al komt haar het recht en de plicht toe zich te mengen in ethische en morele kwesties die het welzijn van personen en volken betreffen. Het is vooral de taak van de lekengelovigen, die zijn opgevoed in de school van het evangelie, direct in te grijpen in het maatschappelijke en politieke handelen. Daarom beveelt de synode aan om een gepaste vorming te bevorderen overeenkomstig de principes van de sociale leer van de Kerk. Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 39
Bovendien wens ik de aandacht van allen te vestigen op het belang van het verdedigen en bevorderen van de mensenrechten van iedere persoon, die gebaseerd zijn op het natuurrecht, dat staat geschreven in het hart van de mens, en die als zodanig “universeel, onschendbaar, onvervreemdbaar zijn”. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 145 De Kerk wenst dat door middel van de bevestiging van deze rechten de menselijke waardigheid meer doeltreffend wordt erkend en universeel wordt bevorderd, Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 47 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de 34e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties - New York, De waardigheid van de menselijke persoon als grondslag voor rechtvaardigheid en vrede (2 okt 1979), 13 als kenmerk dat door God de Schepper is geprent in zijn schepsel, dat door Jezus Christus is aangenomen en verlost door middel van zijn menswording, dood en verrijzenis. Daarom kan de verspreiding van het Woord van God niet anders dan de bevestiging van het respecteren van deze rechten versterken. Vgl. Pauselijke Raad "Justitia et Pax", Compendium van de Sociale Leer van de Kerk (26 okt 2004), 152-159
Onder de vele terreinen van inzet heeft de synode vurig het bevorderen aanbevolen van de verzoening en de vrede. In de hedendaagse context is het meer dan ooit noodzakelijk het Woord van God opnieuw te ontdekken als bron van verzoening en vrede, omdat daarin God alles met zich verzoent Vgl. 2 Kor. 5, 18-20 Vgl. Ef. 1, 10 : Christus “is onze vrede” (Ef. 2, 14), Hij die de muren die scheiden, slecht. Zeer veel getuigenissen op de synode hebben de ernstige en bloedige conflicten die er op onze planeet aanwezig zijn, met bewijzen gestaafd. Soms schijnen deze vijandelijkheden het uiterlijk aan te nemen van een interreligieus conflict. Ik wil nogmaals opnieuw bevestigen dat religie nooit onverdraagzaamheid of oorlogen kan rechtvaardigen. Men mag geen geweld gebruiken in de naam van God! Vgl. Paus Benedictus XVI, Boodschap, Boodschap voor Wereldvrededag, 1 januari 2007, De menselijke persoon - hart van de vrede (8 dec 2006), 10 Iedere religie zou moeten aanzetten tot een correct gebruik van de rede en ethische waarden moeten bevorderen die een beschaafde samenleving opbouwen.
Laten katholieken en alle mensen van goede wil, trouw aan het werk van verzoening dat door God in de gekruisigde en verrezen Jezus Christus tot stand is gebracht, zich ervoor inzetten voorbeelden van verzoening te geven om een rechtvaardige en vreedzame maatschappij tot stand te brengen. Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 8 Laten wij nooit vergeten dat “daar waar menselijke waarden machteloos worden, omdat het tragische lawaai van geweld en wapens overheerst, de profetische kracht van het Woord van God niet minder wordt en ons herhaalt dat de vrede mogelijk is en dat wij instrumenten moeten zijn van verzoening en vrede”. Vgl. Paus Benedictus XVI, Homilie, In de Pauselijke Basiliek Sint-Paulus buiten de Muren, Rome, Tijdens de Tweede Vespers van het liturgische feest van de Bekering van de H. Apostel Paulus ter afsluiting van de 101e Internationale Bidweek voor de Eenheid van de Christenen (25 jan 2009), 5
De inzet voor gerechtigheid, verzoening en vrede vindt zijn uiteindelijke wortel en zijn vervulling in de liefde die ons is geopenbaard in Christus. Door te luisteren naar de getuigenissen die op de synode naar voren zijn gekomen, zijn wij alerter geworden op het verband dat er bestaat tussen het liefdevol luisteren naar het Woord van God en de belangeloze dienst aan de broeders en zusters; laten alle gelovigen de noodzaak begrijpen “het aanhoorde woord in daden van liefde te vertalen, omdat alleen zó de verkondiging van het Evangelie geloofwaardig wordt, ondanks de menselijke broosheid die de personen kenmerkt”. Paus Benedictus XVI, Homilie, Tijdens de afsluitende H. Mis van de Bisschoppensynode over het Woord van God, in de St. Pietersbasiliek, Het luisteren naar het Woord van God ter vernieuwing van de Kerk (26 okt 2008), 5 Jezus ging in deze wereld weldoende rond Vgl. Hand. 10, 38 . Door bereidwillig naar het Woord van God te luisteren in de Kerk “wordt de liefde en de gerechtigheid gewekt jegens allen, vooral jegens de armen”. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 11 Men moet nooit vergeten dat “de liefde – caritas – altijd nodig zal zijn, ook in de meest rechtvaardige samenleving (...) Wie de liefde zou willen afschaffen, is bezig de mens als mens af te schaffen”. Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 28. b Daarom spoor ik alle gelovigen aan om dikwijls de hymne aan de liefde te overdenken die door de apostel Paulus is geschreven, en zich hierdoor te laten inspireren: “De liefde is lankmoedig en goedertieren; de liefde is niet afgunstig, zij praalt niet, zij beeldt zich niets in. Zij geeft niet om schone schijn, zij zoekt zichzelf niet, zij laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan. Zij verheugt zich niet over onrecht, maar vindt haar vreugde in de waarheid. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles duldt zij. De liefde vergaat nimmer” (1 Kor. 13, 4-8).
De naastenliefde, die geworteld is in de liefde van God, vraagt dus onze voortdurende inzet als individu en als plaatselijke en universele kerkgemeenschap. De heilige Augustinus zegt: “Het is essentieel te begrijpen dat de volheid van het Woord, zoals van alle Schriften, de liefde is (...) Wie dus gelooft de Schriften te hebben begrepen, of minstens enkele ervan, zonder zich ervoor in te zetten om door middel van zijn verstand deze dubbele liefde tot God en de naaste te realiseren, laat zien dat hij ze nog niet heeft begrepen”. H. Augustinus, De doctrina Christiana. I, 35, 39-36, 40: PL 34, 34
De synode heeft in het bijzonder aandacht geschonken aan de verkondiging van het goddelijk Woord aan de nieuwe generaties. De jongeren zijn vanaf nu al actieve leden van de Kerk en vertegenwoordigen de toekomst ervan. In hen vinden wij vaak een spontane openheid voor het luisteren naar het Woord van God en een oprecht verlangen om Jezus te leren kennen. In de jeugd komen immers onbedwingbaar en oprecht de vragen naar boven over de zin van het eigen leven en over welke richting er moet worden gegeven aan het eigen bestaan. Op deze vragen weet alleen God een werkelijk antwoord te geven. Deze aandacht voor de wereld van de jongeren impliceert de moed van een duidelijke verkondiging; wij moeten de jongeren helpen vertrouwen in en vertrouwdheid met de Heilige Schrift te krijgen. Vgl. Paus Benedictus XVI, Boodschap, Boodschap aan de jongeren van de wereld bij gelegenheid van de 21e Wereld Jongeren Dag (9 april 2006), Dat zij jullie leert het Woord van God te ontvangen (22 feb 2006), 5 Daarom hebben zij behoefte aan getuigen en leermeesters die met hen meegaan en hen ertoe brengen het evangelie lief te hebben en het op hun beurt mee te delen, vooral aan hun leeftijdgenoten, waarbij zij zelf authentieke en geloofwaardige verkondigers worden. Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 34
Het is nodig dat het goddelijk Woord ook wordt gepresenteerd in de implicaties voor een bepaalde roeping, zodat daardoor de jongeren worden geholpen en geïnformeerd in hun levenskeuzes, ook in de richting van een totale toewijding. Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 34 Authentieke roepingen tot het godgewijde leven en het priesterschap hebben een gunstige voedingsbodem in het trouwe contact met het Woord van God. Ik herhaal ook vandaag nog de uitnodiging die ik aan het begin van mijn pontificaat heb gedaan, om de deuren voor Christus wijd te openen: “Wie Christus binnenlaat, verliest niets, niets – absoluut niets van wat het leven vrij, mooi en groots maakt. Nee! Alleen in deze vriendschap worden de deuren wagenwijd geopend. Alleen in deze vriendschap openen zich werkelijk de grote mogelijkheden van het menselijk bestaan (...) Beste jongeren, wees niet langer bang voor Christus! Hij neemt niets af en geeft alles. Wie zich aan Hem geeft, ontvangt het honderdvoudige. Ja, open, open wagenwijd de deuren voor Christus – en jullie zullen het ware leven vinden”. Paus Benedictus XVI, Homilie, Bij de aanvang van de Petrinische dienst als Bisschop van Rome, Zoals Jezus wil ik een herder zijn, zoals Petrus een visser van mensen (24 apr 2005), 7
Het Woord van God maakt ons oplettend ten opzichte van de geschiedenis en van hetgeen er daarin aan nieuws ontkiemt. Daarom heeft de synode in verband met de zending van de Kerk om te evangeliseren ook aandacht besteed aan het complexe verschijnsel van de migratiebewegingen, dat in deze jaren ongehoorde proporties heeft aangenomen. Hier komen zeer delicate kwesties naar voren betreffende de veiligheid van de naties en de opvang die moet worden geboden aan allen die een toevlucht, betere levensomstandigheden, gezondheid en werk zoeken. Een groot aantal personen die Christus niet kennen of een niet adequaat beeld van Hem hebben, vestigen zich in landen met een christelijke traditie. Tegelijkertijd emigreren personen die behoren tot volken die diepgaand worden gekenmerkt door het christelijk geloof, naar landen waar het nodig is de boodschap van Christus en een nieuwe evangelisatie te brengen. Deze situaties bieden nieuwe mogelijkheden voor de verspreiding van het Woord van God. Met dit doel hebben de synodevaders gezegd dat migranten het recht hebben om het kerygma te horen dat hun wordt voorgehouden, niet opgelegd. Als het Christenen zijn, hebben zij een adequate assistentie nodig bij de versterking van hun geloof en om zelf brengers van de evangelische boodschap te zijn. Zich bewust van de complexiteit van het verschijnsel moeten de betreffende bisdommen in actie komen, opdat de migratiebewegingen ook worden opgevat als een mogelijkheid om nieuwe wijzen van aanwezigheid en verkondiging te ontdekken en opdat, al naar gelang de mogelijkheden van de betreffende bisdommen, voorzien kan worden in adequate opvang en bezieling van deze broeders en zusters van ons. Op deze manier kunnen zijzelf, geraakt door de Blijde Boodschap, verkondigers worden van het Woord van God en getuigen van de verrezen Christus, hoop van de wereld. Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 38
Gedurende de werkzaamheden van de vergadering is de aandacht van de synodevaders ook gegaan naar de noodzaak om het Woord van God te verkondigen aan al degenen die zich bevinden in een toestand van fysiek, psychisch of spiritueel lijden. Immers, op het ogenblik van pijn komen in het hart heviger de ultieme vragen over de zin van het eigen leven op. Als het woord van de mens lijkt te verstommen voor het mysterie van het kwaad en de pijn en onze maatschappij alleen waarde lijkt te hechten aan het bestaan, als het beantwoordt aan bepaalde niveaus van doelmatigheid, dan onthult het Woord van God ons dat ook deze omstandigheden op mysterieuze wijze worden “omarmd” door de tederheid van God. Het geloof, dat voortkomt uit de ontmoeting met het goddelijk Woord, helpt ons het menselijk leven het waard te achten om in zijn volheid te worden geleefd, ook al wordt het verzwakt door ziekte. God heeft de mens geschapen voor het geluk en het leven, terwijl ziekte en dood in de wereld hun intrede hebben gedaan als gevolg van de zonde Vgl. Wijsh. 2, 23-24 . De Vader van het leven is echter de arts van de mens bij uitstek en Hij houdt niet op zich liefdevol over de lijdende mensheid te buigen. Het toppunt van Gods nabijheid in het lijden van de mensheid zien wij in Jezus zelf, die “het mensgeworden Woord is. Hij heeft met ons geleden, Hij is gestorven. Met zijn lijden en dood heeft Hij onze zwakheid aangenomen en deze ten diepste veranderd.” Paus Benedictus XVI, Toespraak, Bij gelegenheid van de 17e Wereldziekendag (11 feb 2009), 3
De nabijheid van Jezus bij de lijdenden is ononderbroken: zij zet zich voort in de tijd dankzij de werking van de Heilige Geest in de zending van de Kerk, in het Woord en in de Sacramenten, in de mensen van goede wil, in de zorg die de gemeenschappen met broederlijke liefde bevorderen en zo het ware gezicht van God en zijn liefde laten zien. De synode dankt God voor het lichtende, vaak verborgen getuigenis van zovele Christenen – priesters, religieuzen en leken – die hun handen, ogen en harten hebben geleend aan Christus, de ware arts van lichaam en ziel, en dit blijven doen! Zij spoort vervolgens ertoe aan om zorg te blijven dragen voor de zieke mens door aan hem de leven schenkende tegenwoordigheid van de Heer Jezus in het Woord en in de eucharistie te brengen. Mogen zij worden geholpen om de Schrift te lezen en te ontdekken dat zij juist in hun toestand op een bijzondere wijze deel kunnen hebben aan het verlossend lijden van Christus voor het heil van de wereld Vgl. 2 Kor. 4, 8-11.14 . Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 35
De Heilige Schrift laat de bijzondere liefde van God zien voor de armen en de behoeftigen Vgl. Mt. 25, 31-46 . Herhaaldelijk hebben de synodevaders gewezen op de noodzaak dat de evangelische boodschap, de inzet van herders en gemeenschappen gericht moeten zijn op deze broeders en zusters van ons. Inderdaad, “de eersten die recht hebben op de verkondiging van het evangelie zijn nu juist de armen, die niet alleen behoefte hebben aan brood, maar ook aan woorden van leven”. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 11 Het dienstwerk van de naastenliefde, dat nooit mag ontbreken in onze Kerk, moet altijd verbonden zijn met de verkondiging van het Woord en de viering van de heilige geheimen. Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 25 Tegelijkertijd is het nodig het feit te erkennen en te beklemtonen dat de armen zelf ook handelende personen bij de evangelisatie zijn. In de Bijbel is de ware arme hij die zich geheel toevertrouwt aan God, en Jezus zelf noemt hen in het Evangelie zalig, “want aan hen behoort het Rijk der hemelen” (Mt. 5, 31) Vgl. Lc. 6, 20 . De Heer prijst de eenvoud van hart van hem die in God de ware rijkdom erkent, op Hem zijn hoop stelt en niet op de goederen van deze wereld. De Kerk mag de armen niet teleurstellen: “De herders zijn geroepen om naar hen te luisteren, om van hen te leren, om hen in hun geloof te leiden en hen te motiveren om hun eigen geschiedenis in handen te nemen”. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 11
De Kerk weet dat er naast een armoede die als deugd moet worden beoefend en waarvoor men kiest, zoals vele heiligen hebben gedaan, er tevens een miserie bestaat, dikwijls het gevolg van ongerechtigheid voorkomend uit egoïsme; een miserie die zich kenmerkt door gebrek en honger en die de voedingsbodem is van conflicten. Wanneer de Kerk het Woord van God verkondigt, weet zij dat het nodig is een “deugdzame cirkel” te bevorderen tussen een armoede “waarvoor men moet kiezen” en een armoede “die men moet bestrijden” door “de soberheid en solidariteit als evangelische en tegelijkertijd universele waarden opnieuw te ontdekken (...) Dit brengt keuzes voor gerechtigheid en solidariteit met zich mee”. Paus Benedictus XVI, Homilie, Sint Pietersbasiliek, Rome, Hoogfeest van Maria, Moeder van God en de 42e Werelddag voor de Vrede (1 jan 2009), 7
De inzet in de wereld die door het goddelijk Woord wordt gevraagd, zet ons ertoe aan om met nieuwe ogen te kijken naar de hele kosmos, die door God is geschapen en reeds de sporen in zich draagt van het Woord, waardoor alles is geschapen Vgl. Joh. 1, 2 . Er is inderdaad een verantwoordelijkheid die wij als gelovigen en verkondigers van het evangelie hebben, ook ten opzichte van de schepping. Terwijl de openbaring ons het plan van God aangaande de kosmos bekend maakt, brengt zij ons ook ertoe om verkeerde gedragingen van de mens aan de kaak te stellen, wanneer hij niet alles beschouwt als een weerspiegeling van de Schepper, maar als pure materie, die zonder scrupules kan worden gemanipuleerd. Zo ontbreekt het de mens aan die wezenlijke nederigheid die het hem mogelijk maakt de schepping te erkennen als een gave van God, die moet worden ontvangen en gebruikt volgens zijn plan. De arrogantie echter van de mens die leeft, als was er geen God, leidt ertoe dat men de natuur uitbuit en misvormt, omdat men daarin niet een werk van het scheppende Woord erkent. In dit theologisch kader wens ik naar de uitspraken van de synodevaders te verwijzen die eraan hebben herinnerd dat “het aannemen van het Woord van God waarvan in de Heilige Schrift en de levende overlevering van de Kerk wordt getuigd, een nieuwe wijze betekent van de dingen zien en een authentieke ecologie bevordert, die haar diepste wortel heeft in de gehoorzaamheid van het geloof (...) (en) een hernieuwde theologische ontvankelijkheid ontwikkelt betreffende de goedheid van alles wat in Christus is geschapen”. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 54 De mens heeft er behoefte aan om opnieuw te worden opgevoed in de verwondering en het erkennen van de authentieke schoonheid die zich openbaart in het geschapene. Vgl. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Het Sacrament van de Liefde - Over de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk, Sacramentum Caritatis (22 feb 2007), 92