Paus Benedictus XVI - 30 september 2010
Daarom kan de zending van de Kerk niet worden beschouwd als een facultatief of bijkomend iets in het leven van de Kerk. Het gaat erom dat wij de Heilige Geest ons aan Christus zelf gelijkvormig laten maken, door zo aan zijn zending zelf deel te nemen: “Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u” (Joh. 20, 21), zodat wij het Woord met heel ons leven meedelen.
Het is het Woord zelf dat ons naar onze broeders en zusters drijft: het is het Woord dat verlicht, zuivert, bekeert; wij zijn slechts dienaars, Wij dienen dus steeds meer opnieuw de noodzaak en de schoonheid te ontdekken om het Woord te verkondigen voor de komst van het Rijk van God, dat door Christus zelf is gepredikt. Laten wij ons in deze zin opnieuw ervan bewust worden, zoals dat de kerkvaders zo vertrouwd was, dat de verkondiging van het Woord als inhoud het Rijk van God heeft Vgl. Mc. 1, 14-15 , dat de persoon zelf van Jezus is (de autobasileia), zoals Origenes op suggestieve wijze in herinnering roept. Vgl. Origenes van Alexandrië, In Mattheum Homiliae. 17,7: PG 13, 1197 B Vgl. H. Hieronymus, Translatio homiliarum Origenis in Lucam. 36: PL 26, 324-325 De Heer biedt het heil aan de mensen van iedere tijd aan. Wij zien allen hoe noodzakelijk het is dat het licht van Christus ieder terrein van de mensheid verlicht: gezin, school, cultuur, werk, vrije tijd en andere sectoren van het maatschappelijk leven. Vgl. Paus Benedictus XVI, Homilie, H. Mis ter opening van de 12e Algemene Bisschoppensynode in de Pauselijke Basiliek Sint-Paulus buiten de Muren, Wereld zonder God is in verwarring (5 okt 2008), 10 Het gaat er niet om een troostend woord te verkondigen, maar een overweldigend woord, dat tot bekering oproept, dat toegang geeft tot de ontmoeting met Hem door wie een nieuwe mensheid opbloeit.