Paus Benedictus XVI - 30 september 2010
Nu wij denken aan het Woord van God dat mens wordt in de schoot van Maria van Nazareth, richt ons hart zich naar het land waar het geheim van onze verlossing in vervulling is gegaan en van waaruit het Woord van God zich heeft verspreid tot aan de uiteinde der wereld. Door de werking van de Heilige Geest is immers het Woord mens geworden op een nauwkeurig bepaald ogenblik en een vastgestelde plaats in een landstreek aan de grenzen van het Romeinse rijk. Hoe meer wij daarom de universaliteit en uniciteit van de persoon van Christus zien, des te meer kijken wij met dankbaarheid naar het land waar Jezus is geboren, heeft geleefd en zichzelf heeft gegeven voor ons allen. De stenen waarop onze Verlosser heeft gelopen, blijven voor ons vol van herinnering en blijven de Blijde Boodschap “roepen”. Daarom hebben de synodevaders herinnerd aan de gelukkige uitdrukking die het Heilig Land “het vijfde evangelie” noemt. Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 51 Hoe belangrijk is het dat er in die plaatsen christelijke gemeenschappen zijn, ondanks de zo grote moeilijkheden! De Bisschoppensynode brengt alle Christenen die in het land van Jezus leven en getuigen van het geloof in de Verrezene, haar diepe nabijheid tot uitdrukking. Hier zijn de Christenen geroepen om niet alleen te dienen als “lichtbaken van geloof voor de universele Kerk, maar ook als zuurdesem van harmonie, wijsheid en evenwicht in het leven van een maatschappij die traditioneel pluralistisch, multi-etnisch en multireligieus is en blijft”. Paus Benedictus XVI, Homilie, In de vallei van Josafat, vóór de basiliek van Getsemane en de Olijfberg tijdens de reis door het Heilig Land 2009, "In het Heilig Land is plaats voor iedereen" (12 mei 2009), 2 Het Heilig Land blijft ook vandaag nog doel van pelgrimstochten van het christelijk volk als gebaar van gebed en boetedoening, zoals reeds in de oudheid auteurs als de heilige Hiëronymus getuigen. Vgl. H. Hieronymus, Epistolarium. 108, 14: CSEL 55, p. 324-325 Hoe meer wij de blik en het hart richten naar het aardse Jeruzalem, des te meer ontbrandt in ons het verlangen naar het hemelse Jeruzalem, het ware doel van iedere pelgrimstocht, en de vurige wens dat de naam van Jezus, in wie alleen het heil is, door allen wordt erkend Vgl. Hand. 4, 12 .