Paus Benedictus XVI - 30 september 2010
Aan de lekengelovigen heeft de synode vele malen aandacht besteed en hen daarbij bedankt voor hun edelmoedige inzet bij de verspreiding van het evangelie op de verschillende terreinen van het dagelijks leven, in het werk, op school, in het gezin en in de opvoeding. Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 30 Deze taak, die voortvloeit uit het Doopsel, moet zich kunnen ontwikkelen door middel van een christelijk leven dat zich er steeds meer van bewust is, en in staat is “rekenschap van de hoop” te geven die in ons is Vgl. 1 Pt. 3, 15 . Jezus wijst er in het Evangelie van Matteüs op dat “de akker de wereld is” en dat “het goede zaad de kinderen van het Rijk zijn” (Mt. 13, 38). Deze woorden gelden in het bijzonder voor de christelijke leken die de eigen roeping tot heiligheid beleven met een leven volgens de Geest dat zich “op bijzondere wijze uitdrukt in hun inschakeling in de tijdelijke aangelegenheden en in hun deelname aan de aardse activiteiten”. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 17 Zij hebben behoefte eraan om de wil van God te onderscheiden door middel van een vertrouwdheid met het Woord van God, gelezen en bestudeerd in de Kerk onder leiding van de rechtmatige herders. Mogen zij deze vorming kunnen putten uit de scholen van de grote spirituele stromingen in de Kerk, aan de basis waarvan steeds de Heilige Schrift staat. Mogen de bisdommen zelf naar de mogelijkheden in deze zin gelegenheid tot vorming bieden voor leken met bijzondere kerkelijke verantwoordelijkheden. Vgl. Bisschoppensynodes, Van de 12e Gewone Bisschoppensynode over het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk (Engelstalige versie), Propositiones (25 okt 2008), 33