Paus Benedictus XVI - 30 september 2010
Het nieuwe van de Bijbelse openbaring bestaat in het feit dat God zich laat kennen in de dialoog die Hij met ons wenst te hebben. Vgl. Bisschoppensynodes, Tijdens de 1e Algemene Bijeenkomst tijdens de 12e Bisschoppensynode "Over het Woord van God", Relatio Ante Disceptationem (6 okt 2008), 1 De dogmatische constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965) had deze werkelijkheid uiteengezet, waarbij zij erkende dat “de onzichtbare God uit de overvloed van zijn liefde de mensen aanspreekt als zijn vrienden en met hen omgaat, om hen uit te nodigen tot de gemeenschap met Hem en hen daarin op te nemen”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 2 Wij zouden echter de boodschap van de Proloog van de heilige Johannes niet voldoende hebben begrepen als wij niet verder zouden komen dan de constatering dat God zich liefdevol aan ons meedeelt. In werkelijkheid is het Woord van God, waardoor “alles is geworden” (Joh. 1, 3) en dat “vlees is geworden” (Joh. 1, 14), hetzelfde woord dat “in het begin” (Joh. 1, 1) is. Ook al zien wij hier een toespeling op het begin van het boek Genesis Vgl. Gen. 1, 1
, in werkelijkheid staan wij hier voor een begin met een absoluut karakter, dat ons het innerlijk leven van God vertelt. De Proloog van Johannes stelt ons voor het feit dat de Logos werkelijk is sinds altijd en dat het God zelf is sinds altijd. Er is dus in God nooit een tijd geweest dat de Logos er niet was. Het Woord bestaat vóór de schepping. Daarom is er in het middelpunt van het goddelijk leven de gemeenschap, de absolute gave. “God is liefde” (1 Joh. 4, 16), zal dezelfde apostel elders zeggen, en hiermee wijst hij op “het christelijk Godsbeeld en het daaruit voortvloeiende beeld van de mens en de weg die deze moet gaan.” Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 1 God maakt zich aan ons bekend als mysterie van oneindige liefde, waarin de Vader vanaf eeuwigheid zijn Woord tot uitdrukking brengt in de Heilige Geest. Daarom openbaart het Woord, dat vanaf het begin bij God is en God is, God zelf in de dialoog van liefde tussen de goddelijke Personen en nodigt het ons uit daaraan deel te nemen. Daarom kunnen wij, gemaakt naar het beeld en de gelijkenis van God, die liefde is, onszelf alleen maar begrijpen in het opnemen van het Woord en in het zich laten leiden door de werkzaamheid van de Heilige Geest. In het licht van de openbaring, die door het goddelijk Woord is bewerkstelligd, wordt het raadsel van het mens-zijn duidelijk.